8
Bediening
8.8
Maaien
Maaiwerk van wendakkerstand in werkstand neerlaten
Het besturingsapparaat (1+) ontgrendelen en in de zweefstand zetten tot het maaiwerk in de
werkstand is neergelaten.
Om te maaien, het besturingsapparaat (1+) in de zweefstand brengen.
Maaiwerk van werkstand in de wendakkerstand heffen
Het besturingsapparaat (1+) bedienen tot het maaiwerk in de wendakkerstand is opgetild.
Van wendakkerstand in transportstand
ü De aftakas is uitgeschakeld.
Om de vergrendeling (1) los te maken, het bedieningskoord (2) strak trekken en op
spanning houden.
Het enkelwerkende besturingsapparaat (1+) bedienen tot het maaiwerk in de transportstand
is opgetild.
De bedieningskabel (2) loslaten.
KM000-435
De afsluitkraan (3) op de hydraulische cilinder sluiten.
8.8
Maaien
Voorbereiden voor het maaien
ü Aan alle in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling" vermelde punten is voldaan,
ü De machine bevindt zich in de werkstand,
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
ü Der voorzijdebescherming is omlaag geklapt,
ü De zijbescherming is omlaag geklapt,
ü De hydraulische lift achteraan is geblokkeerd.
ü De steunvoet bevindt zich in de transportstand,
54
zie
pagina 53.
zie
pagina 25.
zie
pagina 48.
zie
pagina 50.
zie
pagina 51.
Originele handleiding 150000862_02_nl
zie
pagina 41.
ActiveMow R 280