12 Installatie van de unit
l
Kabelbinders: klein en groot
m
Bevestigingsplaat vulring
12
Installatie van de unit
12.1
Installatieplaats voorbereiden
Vermijd
installatie
in
een
oplosmidddelen zoals inkt en siloxaan.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
12.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
▪ Afstand. Let op de volgende vereisten:
≥300
b
≥20
c
c
d
≥620
A
Minimumafstand tot de vloer:
2,7 m om onopzettelijk aanraken te voorkomen.
2,5 m als de ventilator afgedekt is (bijv. vals plafond,
rooster, ...)
a
Besturingskast
b
Ruimte voor onderhoud
c
Plafond
d
Plafondopening
e
Neem afmetingen zodat een verval van minstens 1/100
verzekerd is
f
Vloeroppervlak
▪ Uitblaasrooster.
Minimum
uitblaasrooster ≥1,8 m.
▪ Afmetingen plafondopening. Controleer of de plafondopening
binnen de volgende limieten valt:
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
14
omgeving
met
veel
organische
a
≥300
b
≥400
f
(mm)
vereiste
installatiehoogte
620
12‒1 Afmeting plafondopening (A)
Klasse
10~32
40~50
63
Serviceruimte
A
620
A
Zijaanzicht
B
Bovenaanzicht
C
Klasse 10~32: 750 mm
Klasse 40+50: 950 mm
Klasse 63: 1150 mm
Installatie-opties
A
b
a
≥620
van
B
a
b
≥620
C
c
d
f
a
b
≥620
A
Standaard achteraanzuiging
B
Installatie met stoffen kanaal achteraan en kanaal
(mm)
A (mm)
790
990
1190
B
620
c
d
a
e
100
a
≥400
(mm)
FXDA10~63A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599562-1B – 2020.10