6 Bediening
Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de
belangrijkste functies van het systeem.
Voor
meer
informatie
over
gebruiksaanwijzing van de geïnstalleerde gebruikersinterface.
6
Bediening
6.1
Werkingsgebied
INFORMATIE
Voor de bedrijfslimieten, zie de technische gegevens van
de aangesloten buitenunit.
6.2
Over bedrijfsstanden
INFORMATIE
Afhankelijk van het geïnstalleerde systeem, zijn sommige
bedrijfsstanden niet beschikbaar.
▪ De luchtstroomsnelheid kan zich automatisch aanpassen aan de
kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is
echter geen storing.
▪ Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld,
wordt de unit automatisch herstart zodra ze weer wordt
ingeschakeld.
▪ Instelpunt. Streeftemperatuur voor koelen, verwarmen en
automatische stand.
▪ Setback. Een functie die de kamertemperatuur binnen een
bepaald bereik houdt wanneer het systeem uitgeschakeld is (door
de gebruiker, de programmafunctie of de uitschakeltimer).
6.2.1
Basis bedrijfsstanden
De binnenunit kan in verschillende bedrijfsstanden werken.
Symbool
Koelen. In deze stand wordt koelen geactiveerd
volgens de vereisten van het instelpunt of de setback-
werking.
Verwarmen. In deze stand wordt verwarmen
geactiveerd volgens de vereisten van het instelpunt of
de setback-werking.
Alleen ventilator. In deze stand wordt er lucht
gecirculeerd, zonder verwarmen of koelen.
Auto. In de automatische stand schakelt de
binnenunit automatisch tussen verwarmen en koelen,
zoals bepaald door het instelpunt.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
10
de
gebruikersinterface,
zie
Bedrijfsstand
6.2.2
Speciale verwarmingsbedrijfsstanden
Werking
de
Ontdooien
Warme start
6.3
Gebruik van het systeem
INFORMATIE
Om de bedrijfsstand of andere instellingen in te stellen, zie
de uitgebreide handleiding of gebruiksdhandleiding van de
gebruikersinterface.
7
Onderhoud en service
7.1
Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud en service
OPMERKING
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend
installateur of een servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren.
De
geldende
onderhoudsintervallen vereisen.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge
snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
OPMERKING
Voer
NOOIT
servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een
erkend servicetechnicus voor. Als eindgebruiker mag u wel
het luchtfilter en de de luchtuitblaas reinigen.
WAARSCHUWING
Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een
andere waarde of andere draden als een zekering is
doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad
kan een uitval van de unit of brand veroorzaken.
Beschrijving
Om een verlies van het
verwarmingsvermogen door
ijsvorming in de buitenunit te
voorkomen, schakelt het systeem
automatisch over naar de
ontdooistand.
In de ontdooistand wordt de
ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het
volgende symbool op het
thuisscherm:
Na ongeveer 6 tot 8 minuten
wordt de normale werking hervat.
Bij warme start wordt de
ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het
volgende symbool op het
thuisscherm:
wetgeving
kan
evenwel
zelf
een
inspectie
van
FXDA10~63A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599562-1B – 2020.10
kortere
of