Verbindingsconfiguratiemethoden
De printer ondersteunt 10-, 100- of 1000 Mbps-netwerkverbindingssnelheid via full- of half-duplex-
communicatiemodi (een 1000T-half-duplex- selectie wordt niet ondersteund). Er wordt standaard geprobeerd
om automatisch te onderhandelen over de verbinding met het netwerk.
Wanneer u verbinding maakt met netwerkhubs en -schakelaars die automatisch verbinding maken niet
ondersteunen, configureert de printer zichzelf voor 10 Mbps- of 100 Mbps-werking met half-duplex. Wanneer u
bijvoorbeeld bent aangesloten op een niet-onderhandelen 10 Mbps hub, werkt de printserver automatisch op 10
Mbps half-duplex.
Als de printer geen verbinding met het netwerk kan maken via automatische onderhandeling, kunt u de
verbindingsinstellingen instellen via één van de volgende methoden:
Het voorpaneel
●
De geïntegreerde webserver
●
De Telnet-interface, via een systeemopdrachtprompt
●
Een TFTP-configuratiebestand (Trivial File Transfer Protocol) dat is gedownload, bijvoorbeeld van een
●
BootP- of DHCP-server
Netwerkmanagementhulpmiddelen zoals HP Web Jetadmin
●
Probleemoplossing
IO- configuratiepagina
De IO-configuratiepagina geeft de uitgebreide status van de printserver weer. Dit is een belangrijk diagnostisch
hulpmiddel, zeker wanneer netwerkcommunicatie niet beschikbaar is. Voor een beschrijving van berichten die op
de IO-configuratiepagina worden weergegeven, zie de Beheerdershandleiding bij de HPJetdirect-printservers voor
uw printservermodel.
Tik om de pagina I/O-configuratie af te drukken op het voorpaneel op het pictogram
Connectiviteit > Configuratie connectiviteit afdrukken.
Om de correcte werking te controleren:
1.
Druk een IO-configuratiepagina af om op statusberichten te controleren.
2.
Zoek bovenaan de IO-configuratiepagina naar het statusbericht I/O-kaart gereed.
3.
Wanneer I/O-kaart gereed wordt weergegeven, werkt de printserver correct. Ga naar de volgende sectie.
Als er een ander bericht dan I/O-kaart gereed wordt weergegeven, probeert u het volgende:
a.
Schakel de printer uit en vervolgens weer in om de printserver opnieuw te initialiseren.
b.
Controleer of de statuslampjes (leds) de juiste status aangeven.
Zie de Beheerdershandleiding bij HP Jetdirect-printservers om uw printservermodel te begrijpen en voor de
problemenoplossing van andere berichten.
92
Hoofdstuk 4 Netwerken
en vervolgens op
NLWW