1.4
Opstelplaats
+
Het toestel kan enkel in gebouwen met voldoende gekoelde en droge ruimtes
(omgevingstemperaturen tussen 10°C en 35°C) gebruikt worden. Het gebruik in openlucht of in
ruimtes met een hoge luchtvochtigheid (meer dan 70%) zoals zwembaden is niet toegestaan. Sla
het toestel enkel op in omgevingen met een omgevingstemperatuur tussen 5°C en 45°C.
+
De trainingsruimte moet tijdens het trainen goed geventileerd en niet onderhevig aan tocht zijn.
+
Kies de opstelplaats zo, zodat er zowel voor, achter en ook naast het toestel voldoende vrije ruimte/
veiligheidszone (minstens 1,50 m) bestaat. Bovendien mag het toestel niet in hoofddoorgangen
of vluchtwegen opgesteld worden.
+
Houd de stroomkabel absoluut uit de buurt van hete oppervlaktes en ondergronden en let erop
dat de kabel niet ingeklemd wordt of „struikelgevaar" veroorzaakt.
+
Er mogen geen voorwerpen in welke vorm ook in de openingen van het toestel gestoken
worden.
+
Het opstelvlak van het toestel moet vlak en stevig zijn, kleine oneffenheden in de grond moeten
vereffend worden.
+
Een grondbeschermmat/onderlegmat helpt om hoogwaardige vloerbekleding (parket, laminaat,
kurk, tapijt) te beschermen tegen drukplekken en zweet en vereffent kleine oneffenheden.
2
8
T9.9 Touch