Safety Key
+
Het toestel beschikt voor uw veiligheid over een NOODSTOP-installatie. Het toestel kan enkel
dan gebruikt worden wanneer de veiligheidssleutel aangebracht is in het contactpunt van de
cockpit. Wanneer de veiligheidssleutel niet meer geplaatst is in het contactpunt, stopt het toestel
onverbiddelijk automatisch. Daarom moet u de snoer van de veiligheidssleutel met de clip voor
elk trainingsbegin aan uw kleding bevestigen. Trek de veiligheidssleutel met behulp van de
snoer uit de cockpit wanneer u de loopband snel tot stilstand wilt brengen, u de snelheid niet
meer onder controle heeft of wanneer een ander noodgeval zou optreden.
+
Zodat de veiligheidssleutel loskomt van het contactpunt van de cockpit in het geval dat u valt,
moet de clip van de veiligheidssleutel vastgemaakt worden aan uw kleding!
+
Een ongecontroleerd gebruik van het toestel door derden kan door het wegnemen en bewaren
van de veiligheidssleutel vermeden worden.
+
Bewaar de veiligheidssleutel buiten het bereik van kinderen.
1.3
Elektrische veiligheid
+
Het toestel heeft een stroomaansluiting nodig van 220 - 230V met 50 hertz stroomspanning.
+
Het toestel mag enkel met de meegeleverde adapter rechtstreeks direct in een geaard
stopcontact aangesloten worden, het gebruik van meervoudige stekkerdozen e.d. is te vermijden.
Verlengkabels moeten voldoen aan de VDE-richtlijnen. Wikkel de adapter steeds volledig af.
+
Het stopcontact moet beveiligd zijn met een zekering met een minimum veiligheidswaarde „16
ampère, traag".
+
Om het gevaar op een elektroschok te verkleinen haalt u steeds onmiddellijk na het beëindigen
van de training, voordat het toestel op- of afgebouwd wordt en voor onderhoud of reiniging de
stekker van het toestel uit het stopcontact. Trek hierbij niet aan de kabel.
+
Laat het toestel niet zonder toezicht wanneer de stekker in het stopcontact aangesloten is.
Wanneer u afwezig bent, moet de stekker verwijderd worden zodat een verkeerd gebruik door
derden uitgesloten kan worden.
+
Houd de kabel weg van hitte, olie en scherpe voorwerpen. Laat de stroomkabel niet onder het
toestel of onder een tapijt doorlopen en stel ook geen voorwerpen op de kabel.
+
Verander niets aan de kabel, noch aan de stekker.
+
Indien de stroomkabel of stroomstekker beschadigd of defect is, wend u dan aan uw handelaar.
In de tussentijd mag het toestel niet meer gebruikt worden.
+
Let erop dat er zich geen kleine elektrische toestellen (bijv. gsm's) in de onmiddellijke nabijheid
van de cockpit of de besturingselektronica bevinden, aangezien anders aangegeven waarden
(bijv. de polsmeting) vervalst kunnen worden.
7