CAKE/
GEBAK/BROOD
Koninginnenbrood (opge‐
rolde cake met jam)
Roggebrood:
Beboterde amandeltaart /
Suikerkoek
Roomsoezen / Eclairs
Plaatbrood / Broodkrans
Vruchtentaart (gemaakt
van gistdeeg/zacht cake‐
deeg), gebruik een diepe
pan
Plaatkoek met delicate
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvul‐
ling)
Christstollen
Gebruik de derde rekstand.
KOEKJES EN
BISCUITS
Zandkoekjes
Broodjes, verwarm de oven
voor
Koekjes gemaakt van spons‐
deeg
Koekjes van bladerdeeg, ver‐
warm de oven voor
Koekjes gemaakt van gistdeeg Hetelucht
Makarons
Eiwitgebak/schuimgebak /
Schuimgebakjes
Broodjes, verwarm de oven
voor
10.7 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebruik de eerste rekstand.
(°C)
180 - 200
eerst: 230
dan: 160 - 180
190 - 210
190 - 210
170 - 190
170
160 - 180
160 - 180
Hetelucht
Hetelucht
Hetelucht
Hetelucht
Hetelucht
Hetelucht
Boven- /onderwarmte
(min)
10 - 20
20
30 - 60
20 - 30
20 - 35
30 - 40
35 - 55
40 - 80
50 - 70
(°C)
150 - 160
160
150 - 160
170 - 180
150 - 160
100 - 120
80 - 100
190 - 210
3
1
3
3
3
3
3
2
(min)
10 - 20
10 - 25
15 - 20
20 - 30
20 - 40
30 - 50
120 - 150
10 - 25
NEDERLANDS
17