Onthardingszout
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het
apparaat zout bijvullen Hiermee bereikt
u dat de overgelopen zoutoplossing
onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie
aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
De schroefdop van het voorraad-
reservoir
eraf draaien.
25
Het reservoir met water vullen
(alleen nodig bij het eerste gebruik).
Hierna onthardingszout bijvullen
(geen tafelzout).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen
op het bedieningspaneel brandt, moet
opnieuw zout worden bijgevuld.
* afhankelijk van het model
Gebruik van
reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde reinigings-
producten met zoutcomponenten hoeft in
het algemeen tot een waterhardheid van
21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l)
geen onthardingszout gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is het
gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen/
ontharding uitschakelen
Als de indicatie zout bijvullen
(bijv. bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten met zoutcom-
ponenten), dan kan deze uitgeschakeld
worden.
Ga te werk zoals onder „Instellen"
beschreven en stel de waarde in op 0.
Hiermee zijn de onthardingsinstallatie
en de indicatie zout bijvullen
uitgeschakeld.
Het zoutreservoir nooit met afwas-
middel vullen. Hierdoor gaat de
11
onthardingsinstallatie kapot.
Zout moet altijd onmiddellijk vóór het
inschakelen van het apparaat worden
bijgevuld om schade door corrosie
te voorkomen.
Waarschuwingen
nl
stoort
11
7