3 Hoe gedragen weerstanden in serie zich?
Weerstanden worden niet altijd afzonderlijk, maar soms ook
gecombineerd in schakelingen gebruikt. Een van de mogelijkheden is om
de weerstanden in serie te schakelen. Steek twee weerstanden van 1 kΩ in
serie in het experimenteerbord.
Sluit nu een meetsnoer aan op de linkerkant van de linkse weerstand en de
andere op de rechterkant van de rechtse weerstand. In deze testschakeling
zult u ongeveer 1970 Ω meten, dus ongeveer 2 kΩ.
Als weerstanden in serie zijn geschakeld, is de totale weerstand, zoals die
nu ook hebt gemeten, de som van de afzonderlijke weerstanden. Dus:
Afb 26: Een weerstand van 983 Ω wordt
gemeten in meetbereik 2000 Ω.
Daarmee is het optimale meetbereik
voor deze weerstand gevonden.
Afb. 27: Bij een correcte keuze van het meetbereik
blijkt de oorspronkelijk als 1 kΩ gemeten
weerstand, in werkelijkheid 330 Ω te zijn.
19