meten. "Hz" refereert aan frequentiemetingen, die alleen nodig zijn voor
specialisten. Deze opening moet meestal ook gekozen worden voor het
meten van kleine stromen zoals die normaal gesproken in elektronische
schakelingen voorkomen. Bij ons instrument is hiervoor een aparte
aansluitopening beschikbaar. Deze is voorzien van het bijschrift "µAmA" .
Als er normale stromen moeten worden gemeten op het gebied van
hobbyelektronica, dan moet het rode meetsnoer hier op worden
aangesloten. Bij multimeters met 3 aansluitingen zijn de functies voor het
meten van kleine stomen, spanning en weerstand via een en dezelfde
aansluiting te gebruiken.
De vierde aansluitopening van de multimeter heeft het bijschrift "20A
MAX". Deze is bedoeld voor het meten van grote stromen en is normaal
gesproken niet nodig voor een elektronicavakman of -hobbyist.
Raadpleeg de documentatie bij de multimeter voor nadere details over de
aansluitingen en voor achtergrondinformatie over het uitvoeren van de
metingen.
Afb. 17: De meeste multimeters hebben 3 of 4
aansluitingen voor de meetsnoeren, te gebruiken
afhankelijk van de uit te voeren meting.
Afb. 18: Het zwarte meetsnoer moet aan
COM worden aangesloten. Ze komt
overeen met de retourleiding (de
minpool).
13