Voor elk onderhoud stopt u de motor, sluit u de benzinekraan
en verwijdert u de bougiekap.
Het beste onderhoud is in de eerste plaats een regelmatige reiniging
van uw maaier na elke maaibeurt (romp, wielen, overbrengingssysteem
e.d.).
ONDERHOUD
• Nadat de motor stopgezet en afgekoeld is, haakt u de opvangbak
af, maakt u de schroeven-knoppen van de onderste bevestiging van
het stuur tot aan de groef van de schroef los om het stuur recht te
kunnen trekken en heft u het chassis vooraan op om het verticaal te
plaatsen (afbeelding 14).
Tip : Schroef de 2 schroeven-knoppen van de middenbevestiging
niet los : het bovendeel van het stuur zal in lijn blijven met de
onderste delen.
• Indien u de maaier op de zijkant wil leggen, moet u ervoor zorgen
dat de luchtfilter altijd naar boven gericht is.
• Reinig de maaier, vooral de binnenkant van het maaidek. Haal afval
en resten van het gemaaide gras weg met een spatel en een borstel.
• Vermijd het maaimes te draaien tijdens de reiniging om vervolgens
een gemakkelijkere start te garanderen.
• Indien U de machine schoonmaakt met een hoge drukreiniger, geen
water spuiten op de motorelementen zoals : carburator, luchtfilter,
ontsteking en uitlaat. Gebruik nooit een reiniger met warm water.
ONDERHOUD VAN HET VEILIGHEIDSSYSTEEM
• Verifieer regelmatig of het schild/deflector in goede staat is, net
als de opvangbak. Laat deze vervangen zodra er zichtbare slijtage
optreedt.
• Controleer of de besturingshendel goed functioneert :
veiligheidshefboom losgezet = stoppen van mes in minder dan 3
seconden.
Indien dit niet het geval is, raadpleeg een ETESIA-dealer.
ONDERHOUD VAN HET MAAISYSTEEM
Voor ieder gebruik dient u te controleren dat het maaimes,
de bevestigingschroef van het mes en de bevestiging
van het mes niet zijn versleten of beschadigd. Een
maaimes dat verder vervormd of versleten is dan de
slijtagewaarschuwingssignalen aangeven (kleine inkepingen
aan de uiteinden van het mes) moet worden vervangen.
• Elke klap tegen een obstakel, of abnormale slijtage, kan een
instabiliteit veroorzaken van de meshouders en zelfs van de motor.
In deze gevallen vervalt de garantie. Gebruik steeds een nieuw
mes in plaats van een oud, versleten mes, welk door het veelvuldig
slijpen totaal uit balans is.
• Vergewis U regelmatig van de balans van het mes (afbeelding 15).
VERANDEREN VAN HET MES (AFBEELDING 16)
• Na een schok tegen het maaimes moet dit absoluut worden vervangen.
• De haarscheurtjes die worden veroorzaakt door een schok kunnen er
toe leiden dat het mes later breekt indien dit niet wordt vervangen.
Voorzie U van een paar stevige handschoenen teneinde
kwetsuren tijdens het vervangen van het mes te vermijden.
De geslepen kanten van een mes zijn zeer scherp.
De motoras drijft het maaimes aan d.m.v. een koppelingsring. Bij
een botsing van het mes tegen een obstakel worden de pennen
doorgeknipt, het mes wordt niet langer normaal aangedreven. Deze
ring is een onderdeel dat onderhevig is aan slijtage. De vervanging
ervan is een normale zaak.
• Draai de bevestigingsschroeven van het maaimes los.
8• ONDERHOUD
• Vervang het maaimes en de koppelingsring en houdt u hierbij aan
de montagerichting : lamellen naar de motor (afbeelding 16).
Controleer of de twee maaipunten op dezelfde hoogte
draaien.
• Meet de afstand tussen het uiteinde van het mes van de onderkant
en het onderste deel van het chassis. Deze afstand moet gelijk
blijven als u het andere uiteinde van het mes naar het meetpunt
brengt en mag niet minder bedragen dan 3 mm.
Na een krachtige schok moet u het bevestigingssyteem laten
controleren door uw erkende ETESIA reparateur.
ONDERHOUD VAN HET AANDRIJVINGSSYSTEEM
VOORUIT (AFBEELDING 17)
Reinig het aandrijvingssysteem na elk gebruik, door het gras dat er
zich heeft opgehoopt te verwijderen.
BELANGRIJK !
Controle en regeling van de spanning
L0 = lengte van de veer in ruststand
L1 = lengte van de veer als de overeenkomstige bediening in
werking is gesteld
De belasting op de veer die de kabel met de bedieningshendels
verbindt (waarde L1-L0) moet aangehouden worden in gekoppelde
stand en met stilstaande motor, met een waarde tussen 4 en 5 mm
voor de koppelingskabel vooruit.
De eventuele afstellingen kunnen gedaan worden door verplaatsing
van de schroefaanslagen op de spanners die op de kokers zitten ter
hoogte van de handgreep van het stuur:
• Schroef de contramoeren los, schroef de aanslagen van de benodigde
waarde los, schroef daarna de contramoeren vast en controleer.
Wanneer de bedieningshendels niet geactiveerd zijn, mag de veer
geen enkele spanning op de kabel uitoefenen.
MOTORONDERHOUD
Voordat u met een onderhoudsoperatie begint moet u om
te voorkomen dat de maaier per ongeluk aangaat, de dop
van de bougie halen. De motor moet buiten worden geleegd
(in de buitenlucht).
MOTOROLIE VERVANGEN
• De eerste olie moet na de eerste 5 bedrijfsuren worden vervangen.
Deze uren moeten worden beschouwd als een inrijperiode waarin de
motor voorzichtig moet worden behandeld.
• Vervolgens moet de olie om de 50 uur dan wel één maal per jaar
worden vervangen. Indien de maaier onder zware omstandigheden
wordt gebruikt (hoge omgevingstemperatuur en belasting), moet de
olie vaker worden vervangen.
Let op met afgetapte hete olie.
LEEGMETHODE
Ververs de olie zolang de motor nog warm is.
• Reinig rond de stop van de peilstok.
• Neem de stop van de peilstok weg. Leg de motor op zijn zij met de
luchtfilter naar boven. Leeg de olie in een daartoe geschikt vat.
• Zodra het carter helemaal leeg is zet u de motor recht.
• Vul het carter met verse olie. Het oliepeil moet het merkteken [F]
bereiken voor RMCB / RMCS en de bovenste limiet voor RMHB.
• Plaats de peilstok terug en draai vast aan.
Breng de gebruikte olie weg naar een erkende verwerkingsplaats
(afbeelding 18).
Controleer regelmatig of de koppelingskabel
voor de vooruit goed is afgesteld.
17