INSTELLING VAN DE MAAIHOOGTE
Zet de motor altijd af voor u begint met instellen.
Stel de maaihoogte van tevoren in afhankelijk van de hoogte van het
te maaien gras.
• Trek de gecentraliseerde afstelhendel naar buiten om deze uit zijn
inkarteling te halen, draai deze totdat de gewenste stand bereikt
wordt en laat hem in de nieuwe inkarteling los (afbeelding 6). De
cijferwaarden op de display komen overeen met de maaihoogte in
millimeters.
Pas de maaihoogte aan aan de hoogte en de dichtheid van het gras en
de weersomstandigheden. Als het te maaien gras heel dicht is of nat,
is het beter de maaihoogte te verhogen.
AAN EN AFZETTEN VAN DE MOTOR EN
HET MAAIMES
• Controleer voordat u de motor aanzet, of het mes goed is gemonteerd
en aangedraaid.
RMCB / RMCS
• Het maaimes staat in directe verbinding met de motor en draait
zodra deze wordt aangezet.
• Start de motor niet wanneer het maaimes zich in contact bevindt
met lang en ongemaaid gras, aangezien dit problemen zou kunnen
opleveren bij het starten.
• Til uw maaier nooit op bij het aanzetten en evenmin als het
maaimes draait.
• Open het brandstofkraantje (a afbeelding 7).
• Ga achter de stuurstang staan.
• Druk de veiligheidshendel neer op het stuur (a afbeelding 8).
• Trek traag aan de starterhendel totdat u druk voelt.
• Ga terug naar de beginpositie vooraleer u krachtig aan de starter
trekt om de motor te starten. Hou de starthendel vast terwijl u deze
terugstopt. Motor en mes worden gelijktijdig aangezet.
• Om de motor en het maaimes te laten stoppen laat de
veiligheidsbediening weer los. De motor en het maaimes worden
afgezet en afgeremd.
• Sluit het brandstofkraantje (b afbeelding 7).
RMHB
• Open de brandstofkraan (a afbeelding 7a).
• Plaats de gashendel in de [START]-positie (het luchtluik sluit
automatisch).
• Span het startkoord op tot u een zekere weerstand ondervindt.
• Laat het startkoord terug naar de beginstand gaan, en trek dan met
een forse ruk aan het koord. Breng het handvat van de starter terug
naar de beginstand en plaats het in de houder.
• Zodra de motor gestart is, de gashendel in de stand [MAXI] plaatsen.
Wanneer bij herhaalde pogingen de motor niet aanslaat, de hendel
in de [MAXI]-stand plaatsen en opnieuw proberen. Om de machine
met warme motor te herstarten de gashendel niet in de [START]
positie plaatsen.
• Om te stoppen plaats de gashendel in de [STOP]-positie.
• Sluit de brandstofkraan (b afbeelding 7a).
Origineel motortoerental niet wijzigen ; motor nooit
overbelasten. In het geval van ontregelen, contact
opnemen met uw ETESIA specialist.
7• GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Systeem van te ontkoppelen messen (RMHB)
Dank zij dit systeem kunt U met draaiende motor met de maaier
rijden zonder het mes te laten draaien om zo zonder te maaien naar
een andere plaats te rijden.
• Gaat u achter de maaier staan en start de motor.
• Druk de grendel van de meskoppeling naar voren en druk de
handel naar beneden op de duwboom (afbeelding 8a).
• Om stop te zetten laat U de handel van de meskoppeling los: het
mes wordt geremd en blijft stilstaan.
MAAIEN
Draag nooit wijde kleding tijdens het maaien en draag
stevige schoenen. Ontdoe het maaiveld van stenen, hout,
ijzer, draden en andere obstakels.
Steek nooit uw hand of voet onder de bewegende onderdelen.
Maai bij voorkeur bij droog weer. Bij nat of hoog gras, maai
bij voorkeur in twee maal : een eerste maal in de hoogste
stand om de machine niet te overbelasten en een tweede
maal op de gewenste hoogte.
Als u op hellingen maait, moet u bijzonder voorzichtig zijn
en zeer behoedzaam van richting veranderen. Het maaien op
te steile hellingen moet worden vermeden. Houdt u aan het
maaischema op hellingen (afbeelding 9).
Indien gras zich onder het maaidek heeft opgehoopt,
motor stopzetten en bougiekop verwijderen alvorens het
gras te verwijderen.
Daar de ruimte tussen de wielen overeenkomt met de breedte van
het chassis, kunt u makkelijk de maaibreedte zien. Bovendien kunt
u zo eenvoudig langs muren en borders maaien en om bomen heen
gaan. Om mooi gemaaid gazon te krijgen, raden we u dan ook aan
te maaien in parallel lopende banen die elkaar licht met het wiel
overlappen.
VOORWAARTSE SNELHEID
OPMERKING:
Wijzig de afstelling van de snelheidsregelaar
niet om de maximumsnelheid van de motor te
verhogen. Een te hoog toerental is gevaarlijk en
doet de garantie vervallen.
VOORUIT RIJDEN
• Om vooruit te rijden duwt u de hendel van de versnelling hard tegen
het stuur (b afbeelding 8).
• Om te stoppen laat u de hendel van de versnelling weer los.
Wees zeer voorzichtig als u de machine naar u toe trekt.
SNELHEIDSVARIATOR (RMHB)
De snelheidsvariator laat U toe uw snelheid aan te passen aan alle
maaiomstandigheden.
Om van snelheid te veranderen, zet u de motor in werking en
vervolgens zet u de hendel van de versnelling in de juiste positie
(afbeelding 8b).
Het is de toestand van uw gazon die de optimale snelheid van uw
grasmaaier zal bepalen:
• Kies een lagere snelheid als de maaiomstandigheden dit vereisen:
hoog, dicht of nat gras, schuin liggend terrein.
• Kies een hogere snelheid als de maaiomstandigheden dit toestaan:
droog gras dat niet te hoog of te dicht is en een vlak terrein.
15