6• VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNAME
WARM STARTEN
Om de machine met warme motor te herstarten, de gas-
hendel niet in the [START] positie plaatsen. Plaats de
gashendel meteen in de [MAX] positie en start de motor.
STOPPEN VAN DER MOTOR
• De gashendel in de stand [STOP] plaatsen.
• Sluit de brandstofkraan.
HOOGTE-REGELING VAN HET MAAIDEK
Hoogteïnstelling steeds met stilstaande motor regelen!
• Knijp de twee uiteinden van de hoogteregelaars samen, en verplaats
deze naar de gewenste hoogte (6 posities mogelijk) (zie afbeelding 6).
Bij normaal gebruik worden de 4 wielen op dezelfde hoogte
ingesteld. Het is evenwel mogelijk een afkanting langs
hagen en wegen te overbruggen met een ongelijke hoogte-
instelling van de wielen.
MAAIEN
Draai nooit wijde kleding tijdens het maaien en draag
stevige schoenen. Ontdoe het maaiveld van stenen, hout,
ijzer, draden en andere obstakels.
Steek nooit uw hand of voet onder de bewegende onderdelen.
Draag oorbeschermers.
MESREMKOPPELING
• Dit veiligheidselement bedient het mes op uw grasmaaier. De tractie
van uw machine kan los van de mesremkoppeling bediend worden,
bijvoorbeeld bij het verplaatsen van de machine buiten maaizones
en de motor kan in werking blijven tijdens het legen van de bak.
GEBRUIK
Alvorens het mes in te schakelen, vergewis u ervan dat de
motor op bedrijfstemperatuur is en in zijn maximale toerental.
• Ga achter de duwboom in de werkpositie staan en houd uw voeten
uit de buurt van de messen.
• Beweeg de rode hendel naar voren, en houdt hem in deze stand (zie
1 afbeelding 7).
• Tegelijkertijd de hendel van de mesaandrijving over halen (zie 2
afbeelding 7) en de rode hendel los laten. Zolang de veiligheids-
hendel tegen de duwboom aangedrukt blijft, blijft het mes draaien.
Mes niet inschakelen in hoog gras. Dit zou moeilijkheden
bij het starten kunnen geven.
STOPPEN VAN DE MESREMKOPPELING
• Om de messen te stoppen, de mesremkoppelingshendel loslaten.
14
7• GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Origineel motortoerental niet wijzigen; motor nooit over-
belasten. In geval van een gewijzigde fabrieksinstelling,
neemt u contact op met de ETESIA verkoper.
Het maaimes zal automatisch ontkoppeld en geremd worden. De
stoptijd moet minder zijn dan 3 seconden.
Laat de hefboom van de mesremkoppeling vrij om het
kortstondige arrest van het plaatje van snijden te controleren.
PARKEERREM (LKX2)
Deze beveiliging bedient de vergrendeling van het stuurwiel om uw
maaier te immobiliseren. Duw tegen de hendel en voer een kwartslag
naar de rechterkant van de machine uit om de wielen te blokkeren
(zie A afbeelding 8). Duw tegen de hendel en voer een kwartslag
naar de bovenkant van de machine uit om de wielen te ontgrendelen
(zie B afbeelding 8).
SELECTIE VAN DE AANDRIJVING
AANDRIJVING (AFBEELDING 9)
• De hydraulische aandrijving laat toe, door harder of minder hard op
de hendel te duwen, progressief sneller of trager te maaien.
• De snelheidsvariator laat U toe uw snelheid aan te passen aan alle
maaiomstandigheden. Kies een lagere snelheid (positie 1) als de
maaiomstandigheden dit vereisen: hoog, dicht of nat gras, schuin
liggend terrein. Kies een hogere snelheid (positie 2 en 3) als de
maaiomstandigheden dit toestaan: droog gras dat niet te hoog of te
dicht is en een vlak terrein. Het is de toestand van uw gazon welke
de optimale snelheid van uw grasmaaier zal bepalen.
Selectie van de snelheid van voortgang
• Plaats de versnellingshendel in de gewenste positie (1, 2 of 3) (zie 1
afbeelding 9).
BEDIENING VOORTBEWEGING
Om vooruit te rijden
• Hoe harder de hendel van de aandrijving (zie 2 afbeelding 9)
ingeduwd wordt, hoe sneller de machine in de onderlinge standen
loopt.
• Om te stoppen, de aandrijfhendel loslaten.
Om achteruit te rijden (zie 3 afbeelding 9)
• De hendel in de achteruitrijstand brengen en op de versnellingspook
duwen. De achteruitrijsnelheid is maximaal wanneer de snelheids-
schakelaar helemaal naar achteren wordt gehouden.
• Om te stoppen, de versnellingspook lossen. Automatisch wordt deze
terug in stand 1 gebracht wat u toelaat om onmiddellijk in de eerste
versnelling vooruit te rijden.