De frequentieomvormer progr...
20-94 PID integratietijd
Range:
20.00
[0.01 -
s
10000.00
*
s]
6
6
6.2.8 22-** Diversen
Deze groep bevat parameters voor het bewaken van
water/afvalwatertoepassingen.
22-20 Laag verm. autosetup
Start de autosetup voor het afstellen van gegevens voor het
vermogen bij geen flow.
Option:
[0]
Uit
*
[1]
Ingesch. Wanneer deze parameter is ingesteld op Ingesch.
86
VLT AQUA 12-Pulse High Power Bedieningshandleiding
Functie:
In de loop der tijd levert de integrator een
bijdrage aan het vermogen van de PID-
regelaar zolang er een verschilt bestaat
tussen de referentie/het setpoint en de
terugkoppelingssignalen. De bijdrage is
proportioneel met de hoogte van de
afwijking. Dit zorgt ervoor dat de afwijking
(fout) in de buurt van nul komt.
Een snelle reactie op een afwijking wordt
verkregen wanneer de integratietijd wordt
ingesteld op een lage waarde. Een te lage
waarde kan er echter toe leiden dat de
regelaar instabiel wordt.
De ingestelde waarde is de tijd die de
integrator nodig heeft om dezelfde bijdrage
te leveren als het proportionele deel voor
een bepaalde afwijking.
Wanneer de waarde wordt ingesteld op
10.000 zal de regelaar werken als een echte
proportionele regelaar met een P-band die is
gebaseerd op de ingestelde waarde in
20-93 PID prop. versterking. Wanneer er geen
afwijking is, zal het vermogen van de propor-
tionele regelaar 0 zijn.
Functie:
wordt een autosetupprocedure geactiveerd,
waarbij de snelheid automatisch wordt ingesteld
op circa 50 en 85% van het nominale motortoe-
rental (4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM],
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]). Bij deze twee
snelheden wordt het energieverbruik automatisch
gemeten en opgeslagen.
Voordat u autosetup inschakelt:
1.
Sluit de klep(pen) om een situatie
zonder flow te creëren.
2.
De frequentieomvormer moet worden
ingesteld op Geen terugk. (1-00 Configu-
ratiemodus).
Het is belangrijk om ook 1-03 Koppelka-
rakteristiek in te stellen.
MG.20.Y1.02 – VLT
NB
Autosetup moet worden uitgevoerd wanneer het systeem
de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt!
NB
Het is belangrijk dat 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] is ingesteld op de max.
bedrijfssnelheid van de motor!
Het is belangrijk om de Autosetup uit te voeren alvorens
de ingebouwde PI-regelaar te configureren, aangezien de
instellingen zullen worden gereset wanneer de instelling in
1-00 Configuratiemodus wordt gewijzigd van Met terugk.
naar Geen terugk.
NB
Voer de fijnafstelling uit met de instellingen in 1-03 Koppel-
karakteristiek die ook na de fijnafstelling gewenst zijn.
22-21 Detectie laag verm.
Option:
[0]
Uitgesch.
*
[1]
Ingesch.
22-22 Detectie lage snelh.
Option:
[0]
Uitgesch.
*
[1]
Ingesch.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Wanneer deze parameter is ingesteld op Ingesch.
moet de functie Detectie laag verm. worden
ingeschakeld om de parameters in groep 22-3*
voor een juiste werking in te stellen!
Functie:
Selecteer Ingesch. om te detecteren wanneer de
motor werkt op de snelheid die is ingesteld in
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz].