De frequentieomvormer progr...
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Range:
Functie:
10.00 s
[1.00 -
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de versnel-
*
3600.00 s]
lingstijd van 0 tpm tot 1-25 Nom.
motorsnelheid. Stel de aanlooptijd zo in
dat de uitgangsstroom tijdens het
aanlopen de ingestelde stroomgrens in
4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Zie
Uitlooptijd in 3-42 Ramp 1 uitlooptijd.
tacc × nnorm par. .1 − 25
par. .3 − 41 =
ref tpm
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
Range:
Functie:
20.00 s
[1.00 -
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die
*
3600.00 s]
nodig is om te vertragen van 1-25 Nom.
motorsnelheid tot 0 tpm. Stel de uitlooptijd
zo in dat er in de inverter geen
overspanning ontstaat als gevolg van de
generatorwerking van de motor en de
opgewekte stroom de ingestelde
stroomgrens in 4-18 Stroombegr. niet
overschrijdt. Zie Aanlooptijd in 3-41 Ramp
1 aanlooptijd.
tdec × nnorm par. .1 − 25
par. .3 − 42 =
ref tpm
3-84 Init. aanlooptijd
Range:
Functie:
0,00
[0,00-60,00
Voer de initiële aanlooptijd in voor het
s
s]
aanlopen van de nulsnelheid tot de
*
ingestelde Motorsnelh. lage begr. in
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]. Dompel-
pompen kunnen beschadigd raken
wanneer zij werken onder de minimum-
snelheid. Een snelle aan/uitlooptijd onder
de minimale pompsnelheid wordt
aanbevolen. Deze parameter kan worden
gebruikt voor het instellen van een snelle
aanlooptijd van de nulsnelheid tot de
ingestelde Motorsnelh. lage begr.
VLT AQUA 12-Pulse High Power Bedieningshandleiding
s
s
®
MG.20.Y1.02 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3-85 Ramp-tijd regelklep
Range:
Functie:
0,00
[0,00-60,00
Om kogelkleppen in een stopsituatie te
s
s]
beschermen, kan de uitloop van de
*
regelklep worden gebruikt voor een
langzame uitloop van 4-11 Motorsnelh. lage
begr. [RPM] of 4-12 Motorsnelh. lage begr.
[Hz] naar de uiteindelijke snelheid van de
kogelklep die is ingesteld via of . Wanneer
is ingesteld op een andere waarde dan 0 s
is Ramp-tijd regelklep actief en zal de
ingevoerde waarde worden gebruikt om de
snelheid vanaf Motorsnelh. lage begr. te
vertragen naar de ingestelde waarde voor
Stopsnelh. ramp regelklep in of .
Snelheid
Motorsnelheid
Hoog
Motorsnelheid
Laag
3-86 Stopsnelh. ramp regelklep [tpm]
Range:
3-87 Stopsnelh. ramp regelklep [Hz]
Range:
3-88 Uiteind. uitlooptijd
Range:
Functie:
0,00
[0,00-60,00
Voer de uiteindelijke uitlooptijd in die moet
s
s]
worden gebruikt bij het uitlopen vanaf de
*
ingestelde Motorsnelh. lage begr. in
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] tot de
nulsnelheid.
Dompelpompen kunnen beschadigd raken
wanneer zij werken onder de minimum-
snelheid. Een snelle aan/uitlooptijd onder
de minimale pompsnelheid wordt
aanbevolen. Deze parameter kan worden
gebruikt voor het instellen van een snelle
uitlooptijd van Motorsnelh. lage begr. tot de
nulsnelheid.
Snelheid
Motorsnelheid
Hoog
Motorsnelheid
Laag
Normale
uitloop
Regelklep
Stopsnelh.
Tijd
Functie:
Functie:
Normale
Aan/uitlopen
Initiële
Uiteindelijke
aanloop
uitloop
Tijd
75
6
6