12 Onderhoud en Probleemoplossing
12.1 Controles
Het apparaat voert zelftesten uit en wanneer er een fout wordt gevonden, stopt de groene status LED met knipperen.
Controleer regelmatig de Status LED
klaar is voor gebruik.
12.2 Regulier Onderhoud
Het apparaat is zodanig ontworpen dat het een minimum aan onderhoud vraagt, maar om zeker te zijn van de goede
werking van het apparaat dient de gebruiker regelmatig enkele eenvoudige onderhoud handelingen te verrichten.
Dagelijks
√
√
12.2.1 Controleerr Status LED
De groene Status LED
Bij een gebruiksklaar apparaat dient de groene Status LED te knipperen.
Zie hoofdstuk 12.6 van deze handleiding voor contact met een Geautoriseerd Service wanneer de groene Status Led in
het geheel niet knippert..
12.2.2 Controleer de Batterij LED
De rode Batterij LED
Bij een gebruiksklaar apparaat moet de Batterij LED uit zijn (helemaal niet branden).
Wanneer de Batterij LED permanent brandt dient de batterij vervangen te worden of er is een probleem. Zie hoofdstuk
12.6 van deze handleiding voor mogelijk te nemen acties..
Volg de instructies in hoofdstuk 4 indien de batterij vervangen moet worden.
Het verdient aanbeveling om een extra batterij te hebben (wegwerp of oplaadbaar) om zodoende
steeds in staat te zijn een levensreddende handeling te verrichten.
50
en de Batterij LED
Maandelijks
Na elk gebruik
√
√
√
√
geeft aan of het apparaat gebruiksklaar is of niet
geeft de status van de batterij weer.
van het apparaat om zeker te zijn dat het steeds
√
Controleer of groene Status LED knippert
√
Controleer of de Batterij LED uit is
√
Check het apparaat en accessoires op volledigheid
√
Vervang de elektroden
Controleer de vervaldatum van de elektroden
√
Controleer de Memory Card (indien geïnstalleerd)
Voorgestelde acties
.
User's Manual