6.2 Gebruik van het Apparaat
Volgens de richtlijnen van AHA en ERC wordt het aanbevolen om te reanimeren alvorens te
defibrilleren. Begin reanimeren wanneer het slachtoffer buiten bewustzijn is of niet reageert,
niet beweegt en niet ademt..
Volgens de richtlijnen dienen 30 borstcompressies gegeven te worden (ca. 100 per minuut)
gevolgd door 2 keer 1 seconde beademing en deze cyclus 5 keer te herhalen (totaal ca. 2
minuten).
Dit is een BLS (basic life support) techniek die gebruikt wordt door leken en alleenstaande
hulpverleners bij het reanimeren van kinderen of volwassen slachtoffers (pasgeborenen
uitgezonderd).
Bij het reanimeren van een kind waarbij twee of meer hulpverleners actief zijn, dient een
verhouding van 15 compressies en 2 keer beademen toegepast te worden.
Gedurende de defibrillatie dient de operator en andere hulpverleners en/of omstanders afstand te
houden van de patiënt om contact te voorkomen met:
Verwijder van de patiënt elk ander elektrisch medisch apparaat dat niet bestand zou kunnen zijn
tegen elektrische defibrillatie bij gebruik van het apparaat.
Tracht te voorkomen dat de patiënt op een natte ondergrond ligt.
Hierna volgen de stappen voor een levensreddende behandeling met het apparaat.
6.3 Zet het Apparaat Aan
Druk op de AAN/UIT toets van het apparaat
Alle modellen starten in de Automatische Mode
(AED) wanneer het wordt aangezet.
Het apparaat activeert automatisch een reeks van de volgende indicaties en akoestische signalen/berichten:
Lang BEEP geluid
"TAC-TAC" geluid voor automatische zelftest
Opdracht "plaats elektroden"
Status LED brandt constant groen
De opdracht "plaats elektroden" wordt herhaald totdat de elektroden met het apparaat zijn
verbonden en op juiste manier op de borst van de patiënt zijn aangebracht.
30
a)
Het lichaam van de patiënt of ontblote delen zoals huid en ledematen
b)
Geleidende vloeistoffen zoals bloed, gel of infuus oplossingen
c)
metalen voorwerpen die in direct contact staan met de patiënt.
User's Manual