Belichting regelen
U kunt in een UltraView PTZ de belichting regelen via vijf verschillende menu´s die van invloed zijn op de
beeldbelichting.
Autoslow-sluiter. Deze functie werkt alleen wanneer de camera zich in de dagmodus (kleur) bevindt.
Het verbreedt het bruikbare bereik van de kleurmodus in donkere situaties en houdt de kleurmodus van
de camera langer vast voordat de nachtmodus wordt ingeschakeld.
De bewegende beelden kunnen vaag worden wanneer de sluiter op autoslow is ingesteld. Als de handmatige
sluitertijd of iris is ingesteld, heffen deze instellingen de instelling voor de autoslow-sluiter op.
Dag/nacht-schakeling. Met deze schakelaar kunt u instellen wanneer de camera naar dag- of nachtmodus
moet omschakelen (de nachtmodus geeft zwart-wit beelden met een beter contrast en minder helder weer).
U kunt Autoslow shutter (Autoslow-sluiter) zodanig instellen dat de nachtmodus pas wordt ingeschakeld
als de lichtniveaus zeer laag zijn. De camerasensor houdt rekening met de Autoslow shutter-instelling
(Autoslow-sluiter) wanneer de camera in de nachtmodus wordt gezet. De domesensor houdt hier echter
geen rekening mee waardoor de instellingen zo donker mogelijk moeten worden ingesteld om de Autoslow
shutter (Autoslow-sluiter) te kunnen laten functioneren.
Belichting regelen (Irisregeling). De Auto -modus (Automatisch) schakelt de Backlight compensation
(Teruglichtcompensatie) in en de handmatige bediening uit. Met Manual (Handmatig) en Manual return
to auto (Handmatig/Terug naar automatisch) kunt u de iris handmatig instellen (of ze in Manual only
(Alleen handmatig) zetten), maar dit kan per cameramodule verschillen.
27X- en 37X-camera's: De camera wordt in de Aperture priority-modus (Lensopening vasthouden) gezet.
Aperture priority (Lensopening vasthouden) betekent dat de ingestelde waarde voor de irisgrootte constant
blijft terwijl de camera de sluitertijd ter compensatie aanpast. Als u aanpassingen doorvoert, let dan op wat
er met de sluitertijd gebeurt. Het beeld wordt na opeenvolgende aanpassingen veel helderder of donkerder
omdat de sluitertijd steeds groter wordt.
Met de Backlight compensation-functie (Tegenlichtcompensatie) kan de totale opening (iris en sluiter) van
de camera zodanig worden aangepast dat de helderste gebieden van het beeld worden genegeerd en de
donkere gebieden extra moeten worden belicht. Voor Backlight compensation (Teruglichtcompensatie) is
geen apart menu gemaakt. De tegenlichtcompensatie wordt ingeschakeld wanneer de iris (lensopening
regelen) op Auto (Automatisch) wordt ingesteld.
Een praktisch voordeel van Backlight compensation (Teruglichtcompensatie) is dat u op een heldere dag in
een ruimte met een raam alles gedetailleerd kunt zien. De functie voor de automatische lensopening neemt
gemiddelden van al het licht in de scène. Heldere gebieden, zoals ramen, worden daardoor belangrijker en
de camera past zich aan zodat u het heldere gebied (buiten) kunt zien. De tegenlichtcompensatie dwingt
de camera om zeer heldere gebieden te negeren zodat de rest van de scène (het interieur van het gebouw)
duidelijk zichtbaar is. U kunt in het gebouw details zien, maar gedurende deze procedure wordt de belichting
op het raam aangepast waardoor u niet naar buiten kunt kijken.
Sluitertijd. Met dit menu kunt u iris- inschakelen voor het handmatig instellen van de sluitertijd van de
camera, op vrijwel dezelfde manier als waarop de iris hierboven handmatig wordt ingesteld. Voor alle dag/
nacht-camera's geldt dat de camera in de Shutter priority-modus (Sluitertijd vasthouden) wordt gezet. De
sluitertijd wordt vastgezet en de iris past zich ter compensatie automatisch aan. U stelt de sluitertijd altijd
in via de Manual/return to auto-menuoptie (Handmatig/Terug naar automatisch) waar de sluitertijd
vastgehouden wordt zolang de camera stationair is. Zodra de camera draait of kantelt, keert de sluitertijd
terug naar de instelling Auto (Automatisch).
Hoofdstuk 1
41
Programmeren