5 INSTALLATIE
5.1
OUDER-UNIT:
De ouder-unit betrekt zijn voeding uit de 2 meegeleverde oplaadbare
batterijen. Deze batterijen worden opgeladen via de meegeleverde
houder/oplader.
ATTENTIE:
NOOIT normale batterijen in de ouder-unit plaatsen. Normale
batterijen zijn niet oplaadbaar en kunnen bij opladen explo-
deren en onherstelbare schade aan de ouder-unit toebrengen.
1.
schuif de batterijdeksel aan de achterzijde
van de ouder-unit naar onder weg
2.
plaats de 2 meegeleverde oplaadbare
batterijen zoals in het batterijcompartiment
staat aangegeven, let daarbij op de
polariteit (+ en -)
3.
schuif de batterijdeksel terug
4.
doe de adapter die verbonden is met de
houder/oplader in een 230Volt stopcontact
en plaats de ouder-unit in de houder/
oplader
5.
de ouder-unit 15 uur op de houder/oplader
laten staan om de batterijen goed op te
laden
ATTENTIE:
Installeer eerst de batterijen in de ouder-unit en plaats deze dan
op de oplader om de batterijen op te laden. Nooit de ouder-unit
zonder batterijen op de oplader plaatsen.
6