• Als u geen toegang hebt tot de beide zijden van het montageoppervlak, dient u de
camera "ondersteboven" te monteren met behulp van de montagesteun die met de
camera is meegeleverd.
• De camera dient zo hoog als praktisch mogelijk is te worden gemonteerd, maar zonder
radar-, navigatie- of communicatieapparatuur te hinderen.
• Kies een plaats met zo weinig mogelijk obstructies in alle richtingen:
• Kies een plaats zo dicht mogelijk in de buurt van de middenlijn van het schip. Hierdoor
hebt u een symmetrisch beeld wanneer u naar voren of naar achteren kijkt.
• Kies een locatie voor de camera op een afstand van ten minste 1 m (39,4 in.) van
een magnetisch kompas.
• Kies een plaats die zich op een afstand van minimaal 1 m (3 ft) bevindt van apparaten die
interferentie kunnen veroorzaken, zoals motoren, generatoren en radiozenders/-ontvangers.
• Als u een optionele JCU installeert, kies dan een locatie voor de JCU op een afstand van
ten minste 1 m (39,4 in.) van een magnetisch kompas.
Opmerking: Als u de kabels op de camera wilt aansluiten voordat u deze op het schip
monteert (bijvoorbeeld om de camera te testen), bevestigt u eerst e drie draadeinden
op de voet (zie
p.32 — De camera
voet van de camera te beschermen en zorgt ook voor een stevige ondergrond en helpt
beschadigingen te voorkomen wanneer de unit van de rand van het werkoppervlak afrolt.
De camera monteren
Volg deze instructies om de camera-unit op zijn plaats te bevestigen.
32
monteren). Dit helpt de kabelconnectoren op de