3.4 Camerarichting
De camera kan in 2 richtingen worden gemonteerd, die informeel "Aarde boven" en
"Aarde onder".
Aarde-boven: de camera is bovenop een
montageoppervlak gemonteerd.
De standaard videobeeldrichting is voor de aarde-boven-configuratie, als de camera wordt
gemonteerd in de aarde-onder-configuratie, dan moet het videobeeld worden gedraaid. Om
het videobeeld te draaien:
• gebruikt u de gebruikersinterface van de webbrowser van de camera om de betreffende
optie in te stellen (zie
), of
• als uw systeem een Raymarine multifunctioneel display (MFD) bevat, gebruikt u de camera
van het MFD om de betreffende optie in te stellen (raadpleeg de
van het
MFD).
3.5 Cameramontage
Vereisten voor plaatsing
Wanneer u de plaats van de installatie plant, dient u rekening te houden met de volgende
punten:
• De camera is waterbestendig en geschikt voor montage bovendeks.
• Wanneer u de camera in een positie met 'aarde onder' monteert, dient u ervoor te zorgen
dat de camera wordt gemonteerd met een afvoer voor water, zodat er geen water kan
ophopen in de voet.
• Zorg ervoor dat de camera wordt geïnstalleerd op een plaats waar hij toegankelijk is,
zodat hij regelmatig kan worden schoongemaakt (spoelen met zoet water), zodat de
montagepunten kunnen worden gecontroleerd of ze goed vastzitten en om preventief
onderhoud uit te voeren.
• De onderkant (binnenkant) van het compartiment of het dek waarop de camera wordt
gemonteerd moet waterdicht zijn. U dient te zorgen voor bescherming tegen het indringen
van water in kabels en verbindingen.
• Het montageoppervlak moet horizontaal zijn.
Installatie
p.75 — Gebruik van de webinterface
Aarde-onder: de camera is op z'n kop
opgehangen, onder het montageoppervlak.
Gebruiksinstructies
31