8
Kopiëren
Kopieën maken
De volgende stappen beschrijven de
basiskopieerhandelingen. Voor meer
informatie over elke optie raadpleegt u de
Uitgebreide gebruikershandleiding.
a
Wanneer u een kopie wilt maken, drukt
u op
(KOPIE) om deze blauw te
doen oplichten.
Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld.
Op het LCD-scherm verschijnt:
1 Aantal kopieën
U kunt het gewenste aantal kopieën
invoeren met behulp van de
kiestoetsen.
Opmerking
De standaardinstelling is de faxmodus. U
kunt wijzigen hoelang de kopieermodus
geactiveerd blijft op de machine na de
laatste kopieerhandeling. (Zie
Timermodus in Hoofdstuk 1 van de
Uitgebreide gebruikershandleiding.)
50
b
Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
8
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF.
(Zie Met behulp van de automatische
documentinvoer (ADF)
op pagina 27.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat. (Zie Met behulp van de
glasplaat op pagina 28.)
c
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Als op het LCD-scherm
Wachten a.u.b. wordt weergegeven
en de machine stopt met kopiëren als u
meerdere kopieën maakt, wacht u 30 tot
40 seconden tot de machine klaar is met
het registreren van kleuren en het reinigen
van de riemeenheid.
Kopiëren onderbreken
1
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
onderbreken.
8
8