Hoofdstuk 1
10 Modustoetsen:
FAX
Hiermee wordt de faxmodus van de machine
geactiveerd.
SCAN
Hiermee wordt de scanmodus van de machine
geactiveerd.
KOPIE
Hiermee wordt de kopieermodus van de
machine geactiveerd.
11 KOPIE toetsen:
Opties
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke
instellingen voor het kopiëren selecteren.
Vergroot/Verklein
Verkleint of vergroot kopieën.
Kwaliteit
Hiermee verandert u de kwaliteit van de
volgende kopie.
12 Data LED
Afhankelijk van de status van de machine
knippert de LED.
13 PRINT -toetsen:
Direct
Hiermee kunt u gegevens op een USB-
flashstation of een digitale camera die
massaopslag ondersteunt direct afdrukken via
de machine.
(Zie Gegevens afdrukken vanaf een USB-
flashgeheugen of vanaf een digitale camera
die massaopslag ondersteunt op pagina 52.)
Veilig Afdrukken
U kunt in het geheugen opgeslagen gegevens
afdrukken door uw wachtwoord van vier cijfers
in te voeren. (Raadpleeg voor meer informatie
over het gebruik van de beveiligingssleutel de
Softwarehandleiding.)
Wanneer u het beveiligd functieslot gebruikt,
kunt u beperkte gebruikers wisselen door Shift
ingedrukt te houden terwijl u op Veilig
Afdrukken drukt. (Zie Secure Function Lock
2.0 in Hoofdstuk 2 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
8
Opdracht Annuleren
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde
afdruktaak en wist u deze uit geheugen van de
machine. Wanneer u meer afdruktaken wilt
annuleren, houdt u deze toets ingedrukt totdat
het LCD-scherm Alles annuleren toont.