Werkingsvolgorde Adiatec-hogedruksysteem
Voor de bediening van de bevochtigingsapparatuur moeten nadere vereisten van de momenteel
geldige versie van VDI 6022 worden nageleefd.
HOGEDRUK SYSTEEMZONEREGELAAR
1. RV-zender stuurt signaal naar zoneregelaar (of een van onze andere vraagtypes).
2. De zoneregelaar leest signalen en vergelijkt met door de gebruiker gedefinieerde instelpunten.
3. Als de RV onder het instelpunt staat, stuurt de zone een signaal naar het pompstation dat er
vraag is.
4. De zoneregelaar bekrachtigt de zone-inlaatklep in de geopende stand (NC-klep).
5. De zone pulseert de klep proportioneel aan de vraag totdat het instelpunt is bereikt. Als de
klep gesloten is, zal het ontlasten afhankelijk van het type klep (variabele tijd pompmodel).
6. De zoneregelaar communiceert 0% vraag met het pompstation.
7. De zoneregelaar start een spoeling bij 72 uur inactiviteit om enig stilstaand water te
verwijderen, waarbij het gedurende 30 minuten spoelt.
Opmerking:
• Als het resetten vaker plaatsvindt dan luchtverversingen, zal de regeling van de hogedruk-
zonestoomverdeling het instelpunt nastreven.
• De hogedrukzone wordt geregeld op basis van de plaats van de zender en de algehele
systeemprestaties kunnen worden beïnvloed door apparatuur stroomafwaarts (bijv. VAV-dozen
met naverwarming, mechanische koelspoelen enz.).
Door ventilator ondersteunde stoomverdeling:
1. De ventilator wordt ingeschakeld bij vraag (als het door de gebruiker geleverde relais op de
zoneschakelkast wordt aangesloten).
2. De klep wordt 10 seconden later geopend om te bevochtigen.
3. De ventilator gaat uit na 30 seconden zonder vraag.
4. Ventilatorondersteuning spoelt periodiek in kleine stappen om stilstaand water te verwijderen.
Het volume wordt dan om de 24 uur omgedraaid.
TERUGWINSYSTEEM HOGEDRUKSYSTEEM
1. De vlotterschakelaar van de condensaatpomp sluit en de pomp wordt ingeschakeld om water
terug te sturen naar een opslagtank voor terugwinning.
2. De opslagtank wordt gevuld tot de vlotterschakelaar van de pomp sluit.
3. Overloop uit de opslagtank voor terugwinning wordt via een overlooppoort naar een open
afvoer gestuurd.
4. Bij de activering van de vlotterschakelaar van de tank wordt de toevoerklep voor stadstoevoer
gesloten en de toevoerklep van de opslagtank vooor terugwinning opent om water naar het
RO-systeem te sturen.
5. Het water in de opslagtank circuleert continu met de doorgiftepomp.
6. Zolang het water circuleert, start een vlotterschakelaar van de tank het UV-licht.
Opmerking:
• De condensaatpomp heeft desgewenst een eindschakelaar voor alarm.
INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING VOOR HOGEDRUKSYSTEEM
59