Onderdelen aansluiten
Wanneer u externe elektrische aansluitingen op hygrostaten, vochtigheids-
en temperatuurzenders of controlesignaal-ingangsaansluitingen bedraadt
vanaf een gebouwenbeheersysteem, gebruikt u 18-gauge minstens (1 mm
brandwerende, tweeaderige kabel met kabelafscherming en aarddraad
voor aarding.
• Gebruik afzonderlijke elektrische buizen voor de netspanningsbedrading
en de laagspanningsbedrading naar de eenheid.
• Zorg voor juiste de bedrading voor spanning van de toevoerleiding op
driefasige eenheden. Zie Aandachtspunt rechts.
• Gebruik het chassis of veiligheidsaarde niet als stroomvoerende
geleiders. Een veiligheidsaarde mag nooit worden gebruikt als een
geleider of neutraal punt voor retourcircuitstroom.
• Retourneer alle afgeschermde kabelaansluitingen naar de schakelkast
voor aarding. Scherm de aarde niet af aan het uiteinde van het apparaat .
BESTURINGSBEDRADING
De volgende bedradingsmethoden voor externe besturingsbedrading met
lage spanning moeten elektrische ruis beperken:
• De bedrading van de hygrostaat, de kamer-/kanaalzender en de
temperatuurzender moet minimaal 18 gauge (1 mm
afgeschermde, tweeaderige draad zijn met een blote aarddraad voor
aarding.
• Bedrading van de luchtstroomschakelaar moet minimaal 18 gauge
(1 mm
) meeraderige draad zijn in de buis. De luchtstroomschakelaar
2
kan bedraad zijn met minimaal 18 gauge (1 mm
afgeschermde, tweeaderige draad zijn met een blote aarddraad voor
aarding.
• De afschermdraad moet aangesloten zijn op de klem/het aansluitpunt
van de aarding in het paneel met een lengte minder dan 2 in (51 mm).
Aard de afschermdraad niet op het uiteinde van de hygrostaat of
transmitter.
AARDINGSVEREISTEN
Het goedgekeurde aardingspunt moet worden uitgevoerd met solide metaal-
op-metaalverbindingen en moet een goede geleider zijn van storing van
radiofrequentie (RFI) naar de aarde (meerdradige geleiders).
De aardedraad moet van dezelfde AWG (mm
voedingsbedrading of moet gedimensioneerd zijn volgens de vereisten van
NEC (in Europa, IEC 60364 vereisten).
Als de regelkast op afstand van het apparaat is gemonteerd, moet u een
aarddraad aansluiten tussen het aardpunt op het apparaat en het aardpunt
in de bedieningskast. De aarddraad van de machine moet dezelfde AWG
(mm
) hebben als de grootste verwarmerdraad of een grootte volgens NEC
2
of IEC 60364-vereisten.
44
INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING VOOR HOGEDRUKSYSTEEM
) brandwerende,
2
) brandwerende,
2
) grootte zijn als de
2
LET OP
),
2
Zorg voor juiste de
bedrading voor spanning
van de toevoerleiding op
driefasige eenheden. Door
onjuiste bedrading loopt de
hogedrukpomp achteruit en maakt
uw DriSteem-garantie ongeldig.
WAARSCHUWING
Gevaar op overmatig vocht
DriSteem beveelt ten sterkste
de installatie van een
luchstroomschakelaar en
limiethygrostaat aan voor het
kanaal. Deze instrumenten
voorkomen dat het systeem werkt
als de stroming in het kanaal
beperkt is of de luchtvochtigheid in
het kanaal te hoog is. Als u deze
instrumenten niet installeert, kan dit
resulteren in overmatig vocht in het
kanaal, waardoor er bacteriën en
schimmel kan groeien of druppels
kunnen vormen in het kanaal.
Belangrijk:
Installeren van de keypad/display
Als de keypad/display apart is verzonden,
monteert u deze op een gerieflijke locatie
voor gemakkelijke toegang, maar niet in
de schakelkast.
Monteer de keypad/display met een
plaatselijk geleverd telefoonmuurplaat.
Om te monteren schuift u de keypad/
display op de lipjes op de telefoonplaat.
Let op dat de keypad/display een
omgevingstemperatuurbereik van
32 ºF tot 122 ºF (0 ºC tot 50 ºC) vereist
om goed te werken. Bij overschrijden van
deze limieten is het slecht of niet leesbaar.
Installeer de keypad/display in een
niet-condenserende omgeving.