▪ Let erop dat de luchtuitlaat niet volledig door levensmiddelen wordt geblokkeerd.
– In de koelruimte vormt de voeg tussen achterwand en inwendig reservoir de lucht-
uitlaat
– In de vriesruimte zijn luchtinlaat en luchtuitlaat in de achterwand geïntegreerd
– Levensmiddelen die direct vóór de luchtuitlaat worden geplaatst, kunnen door uit-
stromende koude lucht bevriezen.
▪ Let erop dat de vriesbakken altijd volledig in het toestel worden geschoven.
▪ Detecteert het toestel een erg lage opstellingstemperatuur, dan kan de binnenverlich-
ting ter bescherming tegen te sterke afkoeling van de koelruimte worden geactiveerd.
8.2
Levensmiddelen/producten bewaren
De temperatuurverschillen tussen de verschillende glazen legborden zijn uiterst gering,
waardoor het inruimen gemakkelijk is. In het voorbeeld worden de zones en bereiken in
het toestel getoond die over het algemeen voor bepaalde levensmiddelen/producten ge-
schikt zijn.
1
2
3
8.3
Aanwijzingen m.b.t. koelen en invriezen
▪ Activeer de functie snel koelen/invriezen
producten (bijv. voordat u boodschappen gaat doen).
▪ Eiwithoudende evenals vetrijke levensmiddelen zijn kwetsbaar en doorgaans nogal
kort houdbaar.
▪ Neem de houdbaarheidsdatum en gebruiksdatum in acht.
▪ Levensmiddelen in de koelruimte moeten worden verpakt of goed worden afgedekt
om uitdrogen en het aannemen van smaken te vermijden.
▪ Doe de inhoud van geopende conservenblikjes afsluitbare verpakkingen.
1 Kaas, boter, jam, taart,
zoete gerechten
Melk en melkproducten,
4
voorbereide of toebereide gerechten,
kant-en-klaar-producten
Worst, vlees, gevogelte,
vis
5
2 Groenten, fruit en sla
3 Vlees, vis, groente, fruit,
bakkerijproducten, ijs,
kant-en-klare producten, voorgekook-
te gerechten
4 Eieren, boter, kaas, jam,
blikjes, tubes, sausen, ketchup
5 Drinken, wijn, melk,
vruchtensap
vóór het inruimen van levensmiddelen/
8 Tips en trucs
21