6.
BEDRADING BUITEN HET APPARAAT
Voor elektrische installateurs
• Installeer altijd een aardlekschakelaar. In het product is een
omzetter ingebouwd. Om defect raken van de aardlekschakelaar
te voorkomen, moet de aardlekschakelaar bestand zijn tegen har-
monische interferentie.
• Gebruik de boostereenheid niet voordat de aansluiting van de
koelmiddelleidingen voltooid is, omdat anders de compressor
defect kan raken.
• Verwijder nooit elektrische onderdelen zoals thermistors of sen-
sors bij het aansluiten van de voedingsbedrading of de bestu-
ringsbedrading. De kans bestaat dat de compressor defect raakt
als de boostereenheid gebruikt wordt terwijl dergelijke elektrische
onderdelen verwijderd zijn.
VOORZORGSMAATREGEL
• Alle bekabeling buiten het apparaat en alle componenten moeten
door een erkend elektrotechnisch installateur worden geïnstal-
leerd en moeten voldoen aan de ter plaatse en landelijk geldende
voorschriften.
• Gebruik een schone leiding. Gebruik nooit een voedingsbron die
gedeeld moet worden met een ander apparaat.
• Installeer nooit een faseversnellingscondensator. Aangezien dit
apparaat is uitgerust met een gelijkstroom-wisselstroom omzet-
ter, zal door het installeren van een faseversnellingscondensator
niet alleen het effect van de verbetering van de vermogensfactor
tenietgedaan worden, maar kan dit ook ongevallen veroorzaken
door oververhitting van de condensator als gevolg van hoogfre-
quente trillingen.
• Begin pas met werkzaamheden aan de bedrading nadat de voe-
ding is uitgeschakeld.
• Aard draden altijd overeenkomstig de plaatselijke en landelijke
voorschriften.
• Dit apparaat is uitgerust met een gelijkstroom-wisselstroom
omzetter. Monteer een aardlekschakelaar voor het elimineren van
overlast op andere apparatuur door vermindering van storing die
door de omzetter wordt geproduceerd en om te voorkomen dat
door lekstromen de behuizing van het apparaat onder stroom kan
komen te staan.
• Aard de installatie nooit op gasleidingen, afvoerpijpen, bliksemaf-
leiders of telefoonaardingskabels.
Gasleidingen: kunnen ontploffen of in brand raken als er een
gaslek is.
Afvoerpijpen: Bij gebruik van leidingen van hard plastic is geen
aardingseffect mogelijk.
Telefoonaardingskabels en bliksemafleiders: gevaarlijk wan-
neer deze door de bliksem worden getroffen als gevolg van een
abnormale toename van elektrisch potentiaal in de aardaanslui-
ting.
• Installeer een aardlekschakelaar.
Dit apparaat maakt gebruik van een omzetter, dus monteer aard-
lekschakelaars die geschikt zijn voor hogere harmonischen, om
te voorkomen dat de aardlekschakelaar zelf niet meer werkt.
• Monteer een aardlekschakelaar die geschikt is als bescherming
tegen aardingsfouten in combinatie met een hoofdschakelaar of
zekering voor gebruik met bedrading.
• Elektrische bedrading moet aangebracht worden in overeenstem-
ming met de bedradingsschema's en de in deze handleiding aan-
gegeven beschrijvingen.
• Het systeem niet inschakelen totdat de installatie van de koelmid-
delleidingen voltooid is.
(Als het systeem wordt ingeschakeld alvorens de installatie van
de leidingen is voltooid, kan de compressor defect raken.)
• Verwijder nooit de thermistor, sensor, enz. bij het aansluiten van
de voedingsbedrading en de besturingsbedrading.
(Als het systeem wordt ingeschakeld wanneer de thermistor, sen-
sor, enz. verwijderd zijn, kan de compressor defect raken.)
• Dit product is uitgerust met een fasebeveiligingsdetector die enkel
functioneert wanneer de voeding is ingeschakeld. Als er stroom-
onderbrekingen zijn of als de stroomvoorziening waarvan het
apparaat gebruik maakt aan en uit gaat, een omgekeerde fasebe-
veiligingscircuit installeren. Door het apparaat in omgekeerde
8
fase te laten draaien kunnen de compressor en overige onderde-
len defect raken.
• Maak de voedingskabel stevig vast. Door toevoer van voeding
met een ontbrekende N-fase of verkeerd aangesloten N-fase zal
het apparaat defect raken.
• Nooit de stroomvoorziening in omgekeerde fase aansluiten.
In omgekeerde fase kan het apparaat niet normaal functioneren.
Als u het apparaat in omgekeerde fase aansluit, twee van de drie
fasen verwisselen.
• Zorg ervoor dat de elektrische onbalansverhouding niet groter is
dan 2%. Als deze groter is dan dit, zal de levensduur van het
apparaat verkort worden.
Als de verhouding meer is dan 4%, wordt het apparaat uitgescha-
keld en verschijnt er een storingscode op de afstandsbediening
van de binnenunit.
• Sluit de bedrading stevig aan met gebruik van de voorgeschreven
draad en maak deze vast met de bijgeleverde klem zonder
externe druk uit te oefenen op de aansluitpuntonderdelen (aan-
sluitpunt voor voedingsbedrading, aansluitpunt voor besturings-
bedrading en aardingsaansluitpunt).
• Installeer een schakelaar waarmee u alle polen van de hoofdvoe-
ding in- en uit kunt schakelen.
Deze schakelaar moet een contactruimte van minstens 3 mm
hebben.
Nederlands