GEBRUIKSAANWIJZING Trillingsmeter PCE-VS11/ PCE-VS12
4 Instelling parameters
4.1 Apparaat herkenning
Voor de instelling van de PCE-VS11/12 opent u de LabView-applicatie vs1x.vi. Aanwijzingen met
betrekking tot de installatie vindt u in hoofdstuk 10 van deze handleiding. Het programma opent het
setupmenu (zie afb.).
Afbeelding 3: Setupmenu
De PCE-VS11/12 werkt in de virtuele COM-Port-Mode van de USB-standaard, d.w.z. het apparaat
krijgt een virtuele seriële interface (COM-Port) toegewezen. Het COM-Port-nummer wordt door
Windows aan het apparaat toebedeeld, maar kan naar wens in de Windows systeem-besturing
gewijzigd worden. Het COM-Port-nummer wordt onder het tabblad "Setup", links bovenin het
scherm weergegeven. Indien de PCE-VS11/12 bij het starten van het programma reeds aangesloten
was, wordt deze automatisch herkend. Anders kunt u het herkennen manueel in gang zetten, door
op „Search VS1x" te klikken. De zoektocht start bij het ingestelde COM-Port-nummer en eindigt bij
COM50. U kunt de COM-Port ook manueel wijzigen. Dit kan zinvol zijn, wanneer meerdere PCE-
VS11/12 trillingsmeters aangesloten zijn aan de pc. Het programma werkt met de COM-Port-
nummers 1 tot 50.
Rechts bovenin ziet u de statusweergave. Wanneer deze groen omrand "OK" weergeeft, is er
verbinding gemaakt met de PCE-VS11/12. Een onderbreking wordt aangegeven met een rood
omrande "ERROR"-aanduiding.
6