Inhoudsopgave
Advertenties
GEBRUIKSAANWIJZING Trillingsmeter PCE-VS11/ PCE-VS12
8 Meetpunten aan roterende machines
8.1 Algemeen
Voor de controle van de machinetoestand is de keuze van geschikte meetpunten van groot belang.
Indien mogelijk, dient dit gedaan te worden door/met hulp van vakkundig personeel met ervaring in
de machinemonitoring.
Over het algemeen is het raadzaam machinetrillingen dichtbij de bron te meten, om vervalsing van
het meetsignaal door overdragende delen zo laag mogelijk te houden. Geschikte meetpunten zijn
starre onderdelen, bijv. lager- of versnellingsbehuizingen.
Ongeschikt voor de meting zijn lichte of mechanische vervormbare machinedelen.
8.2 Montage
De trillingsmeters PCE-VS11/12 hebben een robuuste aluminiumbehuizing met een M8-
schroefdraadverbinding voor de montage. Voor het aandraaien dient u geen gereedschap te
gebruiken.
8.3 Montage-aanbevelingen volgens DIN/ISO 10816-1
De norm DIN/ISO 10816-1 beveelt aan voor de meting van machinetrillingen lagerbehuizingen of
punten in de directe omgeving hiervan te gebruiken als meetpunten. (afb. 9-12).
Voor monitoringdoeleinden is het meestal toereikend om alleen in verticale of alleen in horizontale
richting te meten. Bij machines met horizontale assen en een starre opstelling treden de grootste
trilling amplitudes vaak horizontaal op. Bij naburige opstellingen kunnen ook sterke verticale
componenten ontstaan.
Voor acceptatietesten dienen op alle lagers in het midden van de lagers metingen in drie richtingen
(verticaal, horizontaal en axiaal) uitgevoerd te worden.
In de volgende afbeeldingen worden een aantal voorbeelden gegeven voor het kiezen van geschikte
meetlocaties.
Nog meer aanbevelingen met betrekking tot het kiezen van meetpunten bij verschillende
machinetypes zijn te vinden in de norm DIN ISO 13373-1.
13
Advertenties
Inhoudsopgave
