3. Installeren
3.7.1. Elektrische installatie, stuurkabels
3
Afbeelding 3.82: Schema met alle elektrische klemmen zonder opties.
Klem 37 dient als ingang voor de Veilige stop. Zie de sectie
Guide voor instructies over de installatie van de functie Veilige stop. Zie tevens de sectie Veilige stop en
Installatie veilige stop.
Bij zeer lange stuurkabels en analoge signalen kunnen, in uitzonderlijke gevallen en afhankelijk
van de installatie, aardlussen van 50/60 Hz voorkomen als gevolg van ruis via de netvoedingska-
bels.
In dat geval kan het nodig zijn om de afscherming te doorbreken of een condensator van 100 nF
te plaatsen tussen de afscherming en het chassis.
De digitale en analoge in- en uitgangen moeten afzonderlijk worden aangesloten op de gemeen-
schappelijke ingangen (klem 20, 55, 39) van de frequentieomvormer om te voorkomen dat
aardstroom van deze groepen andere groepen beïnvloedt. Het inschakelen van de digitale ingang
kan bijvoorbeeld het analoge ingangssignaal verstoren.
64
MG.33.U1.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
AutomationDrive FC 300
Bedieningshandleiding High Power
Installatie Veilige stop
in de relevante Design