®
VLT
AutomationDrive FC 300
Bedieningshandleiding High Power
WAARSCHUWING
kringspanning hoog:
De spanning in de tussenkring (DC) is hoger
dan de overspanningsbegrenzing van het
stuursysteem. De frequentieomvormer is nog
steeds actief.
WAARSCHUWING 6, DC-tussenkring-
spanning laag:
De tussenkringspanning (DC) is lager dan de
onderspanningsbegrenzing van het stuursys-
teem. De frequentieomvormer is nog steeds
actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-over-
spanning:
Als de tussenkringspanning hoger is
dan de overspanningsbegrenzing scha-
kelt de frequentieomvormer na een be-
paalde tijd uit.
Mogelijke correcties:
Alarm/waarschuwingslimieten:
Frequentieomvor-
mer:
Onderspanning
Waarschuwing la-
ge spanning
Waarschuwing ho-
ge spanning (zon-
der rem – met
rem)
Overspanning
De aangegeven spanningen hebben betrekking
op de tussenkringspanning van de frequentie-
omvormer met een tolerantie van ± 5%. De
bijbehorende netspanning is de tussenkring-
spanning (DC-tussenkring) gedeeld door 1,35.
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onder-
spanning:
Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt
dan de waarde voor 'Waarschuwing lage
spanning' (zie bovenstaande tabel), zal de fre-
quentieomvormer controleren of de 24 V-re-
servevoeding is aangesloten.
Als geen 24 V-reservevoeding is aangesloten,
schakelt de frequentieomvormer uit na een
bepaalde tijd die afhankelijk is van de een-
heid.
Algemene specificaties
Zie
of de voedingsspanning geschikt is voor de
frequentieomvormer.
5,
DC-tussen-
Sluit een remweerstand aan.
Verleng de aan/uitlooptijd.
Activeer functies in par. 2-10.
Verhoog par. 14-26.
3 x 380 -
3 x 525 -
500 V
690 V
[VDC]
[VDC]
402
553
423
585
817/828
1084/1109
855
1130
om te controleren
MG.33.U1.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
6. Waarschuwingen en alarmen
WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer
overbelast:
De frequentieomvormer staat op het punt van
uitschakeling wegens overbelasting (te hoge
stroom gedurende een te lange tijd). De teller
voor de thermo-elektronische inverterbeveili-
ging geeft een waarschuwing bij 98% en
schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm
wordt gegenereerd. De frequentieomvormer
kan niet worden gereset totdat de teller onder
de 90% is gezakt.
De fout is dat de frequentieomvormer gedu-
rende een te lange tijd voor meer dan 100%
is overbelast.
WAARSCHUWING/ALARM 10,
peratuur motor-ETR
:
De thermo-elektronische beveiliging (ETR)
geeft aan dat de motor te warm is. In par.
1-90 kan worden geselecteerd of de frequen-
tieomvormer een waarschuwing of een alarm
moet geven wanneer de teller 100% bereikt.
De fout is dat de motor gedurende een te lan-
ge tijd voor meer dan 100% is overbelast.
Controleer of motorparameter 1-24 juist is in-
gesteld.
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtem-
peratuur motorthermistor:
De thermistor of de thermistoraansluiting is
ontkoppeld. In par. 1-90 kan worden geselec-
teerd of de frequentieomvormer een waar-
schuwing of een alarm moet geven wanneer
de teller 100% bereikt. Controleer of de ther-
mistor juist is aangesloten tussen klem 53 of
54 (analoge spanningsingang) en klem 50
(+10 V-voeding), of tussen klem 18 of 19 (di-
gitale ingang, alleen PNP) en klem 50. Als er
een KTY-sensor wordt gebruikt, moet u con-
troleren op een juiste aansluiting tussen klem
54 en 55.
WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppel-
begrenzing:
Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde
in par. 4-16 (bij motorwerking) of hoger dan
de waarde in par. 4-17 (bij generatorwerking).
WAARSCHUWING/ALARM
stroom:
De piekstroombegrenzing van de omvormer
(circa 200% van de nominale stroom) is over-
schreden. De waarschuwing zal ongeveer
8-12 s aanhouden, waarna de frequentieom-
vormer uitschakelt en een alarm geeft. Scha-
kel de frequentieomvormer uit en controleer
of de motoras kan worden gedraaid en of de
maat van de motor geschikt is voor de fre-
quentieomvormer.
Overtem-
6
13,
Over-
127