Transmissievloeistof
AANBEVOLEN TRANSMISSIEVLOEISTOF
We raden aan de Automatic Transmission Fluid (automatische-transmissievloeistof) van Mercury of
Quicksilver te gebruiken. Als de aanbevolen Mercury- of Quicksilver-vloeistof niet beschikbaar is, gebruik
dan een Dexron III-vloeistof die in de ZF-specificatie TE-ML 04D als alternatief wordt genoemd.
TRANSMISSIEVLOEISTOFINHOUD
Transmissievloeistofinhoud zonder vervanging van het filter
HET PEIL VAN DE TRANSMISSIEVLOEISTOF CONTROLEREN
1.
Klap de motor omhoog tot ongeveer 45 graden. Trim de motor vervolgens helemaal omlaag naar de
verticale bedrijfsstand. Zie Trim- en opklapbekrachtiging. Op die manier worden mogelijke luchtbellen
verwijderd.
Pas op dat u de motor en aandrijving niet beschadigt als gevolg van oververhitting. De motorinstallatie
mag worden nooit gestart of lopen zonder dat water door het koelsysteem circuleert.
2.
Start de motor in de omlaaggetrimde stand en laat de motor stationair draaien in NEUTRAAL
gedurende minstens 90 seconden.
3.
In de storingstatus ziet u het peil van de transmissievloeistof:
a. No Fault betekent dat het peil van de transmissievloeistof in orde is.
b. TransOilLevel_High betekent dat het peil van de transmissievloeistof te hoog is. Schakel de motor
uit en ververs de transmissievloeistof. Zie Transmissievloeistof verversen.
c. TransOilLevel_Critical_Low betekent dat het peil van de transmissievloeistof te laag is. Schakel de
motor uit en vul de gespecificeerde transmissievloeistof bij in stappen van 0,5 L (0,53 Am. qt). Zie
Transmissievloeistof bijvullen.
NB: Als de belasting in de boot verschuift, kan dat de oriëntatie van de motor beëinvloeden, en als gevolg
ook het vloeistofpeil en de storingsstatus. Neem contact op met uw plaatselijke erkende Mercury-dealer als
u uw twijfels hebt over het transmissievloeistofpeil.
TRANSMISSIEVLOEISTOF BIJVULLEN
Volg de volgende procedure uitsluitend als de foutmelding TransOilLevel_Critical_Low optreedt. Zie
Transmissievloeistof verversen voor instructies voor het complete aftappen en hervullen van het systeem.
1.
Open de motorkap. Zie De motorkap openen.
2.
Trim de motor naar de verticale positie.
3.
Verwijder de aftap-/vuldop op de transmissie.
4.
Verwijder het ontluchtingsfilter van de transmissie en bewaar hem op een droge plek.
NB: Houd het ontluchtingsfilter van de transmissie droog nadat het is verwijderd. Vervang het
ontluchtingsfilter van de transmissie als het ondergedompeld raakt in een vloeistof, zoals water of olie.
5.
Bevestig een trechter aan een vloeistofaftapslang en maak het geheel vast aan de buis
van de transmissieaftap-/vulslang (niet aan de ontluchtingsbuis). De vergrendelknop op de
vloeistofafvoerslang klikt vast.
ONDERHOUD
KENNISGEVING
88
5,7 L (6,0 Am. qt)
nld