Inhoudsopgave
Advertenties
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
De éénhendelmodus inschakelen:
1.
Zet beide ERC-hendels in neutraal.
2.
Druk op 1 LEVER. Het éénhendel-lampje gaat branden.
3.
Zet de bakboord-ERC-hendel in de versnelling.
4.
Het toerental van alle motoren zal synchroon stijgen en dalen, terwijl alle aandrijvingen in versnelling
blijven.
Enkele-hendelmodus uitschakelen:
1.
Zet beide ERC-hendels in neutraal.
2.
Druk op 1 LEVER. Het lampje voor de enkele-hendelmodus gaat uit.
Start/stop alle motoren
Console-ERC's met twee hendels hebben een knop START/STOP ALL ENGINES,
waarmee alle motoren met één druk op de knop kunnen worden gestart of stilgelegd.
Het precieze gedrag van de motoren is afhankelijk van de volgende factoren:
1.
Hoeveel motoren er draaien wanneer de knop wordt ingedrukt (geen, alle of
een aantal)
2.
Of de contactsleutel van een bepaalde motor op ON of OFFstaat
3.
Welke andere acties de bestuurder onmiddellijk na het indrukken van de
START/STOP ALL ENGINES knop onderneemt
CONTROLE-LEDJES MOTOR
Aan de leds op de START/STOP ALL ENGINES-knop en de START/STOP-knoppen per motor (op het
achterste eind van de ERC) is de status van alle motoren af te lezen.
ER DRAAIEN GEEN MOTOREN - START MOTOREN
Als er geen motoren draaien (en er geen motorstatus-leds branden), drukt u op de knop START/STOP ALL
ENGINES om alle motoren te starten.
1.
De led op de knop START/STOP ALL ENGINES gaat branden.
2.
De motoren zullen in de volgende volgorde starten (indien ingesteld):
a. Stuurboordbuitenmotor - de led bij de knop stuurboord buiten (S) gaat branden als de motor start.
b. Bakboordbuitenmotor - de led bij de knop bakboord buiten (P) gaat branden als de motor start.
c. Stuurboordbinnenmotor - de led bij de knop stuurboord binnen (C of SC) gaat branden als de
motor start.
d. Bakboordbinnenmotor - de led bij de knop bakboord binnen (PC) gaat branden als de motor start.
Door bepaalde omstandigheden kan er een motor in de startvolgorde worden overgeslagen. De startvolgorde
zal een motor in de volgende gevallen negeren en verder gaan met de resterende motoren:
1.
SmartStart heeft een tijdslimiet (ongeveer 8 seconden) voor een motor.
2.
Als de contactsleutel van een motor op OFF staat (de startvolgorde gaat verder zonder vertraging)
ALLE MOTOREN DRAAIEN - MOTOREN STILLEGGEN
Als alle motoren draaien (en alle motorstatus-leds branden), drukt u op de knop START/STOP ALL ENGINES
(start/stop alle motoren) om alle motoren stil te leggen. Alle motorstatus-leds (de afzonderlijke en de ALL
ENGINES-led) gaan dan uit.
SOMMIGE (MAAR NIET ALLE) MOTOREN DRAAIEN - MOTOREN
STILLEGGEN
Als sommige, maar niet alle motoren draaien (en de motorstatus-leds overeenkomstig branden), drukt u op
de knop START/STOP ALL ENGINES (start/stop alle motoren) om alle draaiende motoren stil te leggen. Alle
motorstatus-leds (de afzonderlijke en de ALL ENGINES-led) gaan dan uit.
42
72256
nld
Advertenties
Inhoudsopgave
