14 Installatie van de leidingen
14
Installatie van de leidingen
14.1
Koelmiddelleiding voorbereiden
14.1.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten
geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur
gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor de
koelmiddelleidingen.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m
bedragen.
14.1.2
Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Leidingmateriaal: met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
6,4 mm (1/4")
Gegloeid (O)
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
Gegloeid (O)
19,1 mm (3/4")
Halfhard (1/2H)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de
unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
14.1.3
Leidingmaat selecteren
Bepaal de juiste maat aan de hand van de volgende tabellen en de
afbeelding (alleen als referentie).
VRV DX
1
A
2
B-1
B-2
2
2
C-1
C-2
C-3
C-4
3-1
3-2
3-3
3-4
1
Buitenunit
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
26
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,80 mm
t
≥0,99 mm
≥0,80 mm
2
Koelmiddelaftaksets
3-1~3-4
VRV DX-binnenunits
A
Leiding tussen buitenunit en (eerste) koelmiddelaftakset
B-1 B-2
Leiding tussen koelmiddelaftaksets
C-1~C-4
Leidingen tussen koelmiddelaftakset en binnenunit
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar
zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; houd
hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter
ligt.
▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal te
voorzien).
▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in
"15.2 Bepalen hoeveel koelmiddel moet worden
A: Leiding tussen buitenunit en (eerste)
koelmiddelaftakset
Wanneer de equivalente leidinglengte tussen de buitenunit en de
verste binnenunit 90 m of meer (b+d) bedraagt, moet u een dikkere
hoofdgasleiding
(b)
gebruiken.
leidingdiameter wanneer de aanbevolen gasleidingmaat niet
beschikbaar is (dit kan evenwel een kleine capaciteitsafname tot
gevolg hebben).
a
d
b
c
a
Buitenunit
b
Hoofdgasleiding (dikkere leiding als lengte b+d ≥ 90 m)
c
Eerste koelmiddelaftakkit
d
Leiding tussen binnenunit en eerste koelmiddelaftakset
e
Verste binnenunit
Type capaciteit
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
buitenunit (HP)
Gasleiding
Standaard
4+5+6
15,9
B: Leiding tussen koelmiddelaftaksets
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit
van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits. De diameter van
de
aansluitleiding
mag
niet
koelmiddelleiding die is bepaald door de algemene modelnaam van
het systeem.
Capaciteitsindex
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
binnenunit
Gasleiding
0≤x≤182
Voorbeeld: Stroomafwaartse capaciteit voor B-1 = capaciteitsindex
van unit 3-1 + capaciteitsindex van unit 3-2
C: Leidingen tussen koelmiddelaftakset en
binnenunit
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen (vloeistof,
gas) op de binnenunits. De diameters van binnenunits zijn als volgt:
Capaciteitsindex
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
binnenunit
Gasleiding
10~32
40~80
100~140
bijgevuld" [ 4 30].
Gebruik
de
oorspronkelijke
e
Vloeistofleidin
g
Dikkere
leidingmaat
(alleen 'b')
19,1
9,5
groter
zijn
dan
die
van
Vloeistofleiding
15,9
9,5
Vloeistofleiding
9,5
6,4
12,7
6,4
15,9
9,5
RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600329-1E – 2023.02
de