Een USB-geheugenapparaat gebruiken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen met uw apparaat
kunt gebruiken.
Info over USB-geheugen
Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende geheugencapaciteiten die meer
ruimte bieden voor de opslag van documenten, presentaties, gedownloade muziek en
video's, hogeresolutieafbeeldingen en alle andere bestanden die u wilt opslaan of
verplaatsen.
De volgende functies zijn beschikbaar als u gebruikmaakt van een optioneel
USB-geheugen:
•
Documenten scannen en opslaan in het USB-geheugen
•
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat,
•
Back-upbestanden terugzetten in het geheugen van het apparaat
•
Het USB-geheugen formatteren
•
de beschikbare geheugenruimte controleren.
Een USB-geheugenstick inbrengen
De USB-geheugenpoort aan de voorkant van uw printer ondersteunt USB V1.1- en USB
V2.0-geheugenapparaten. Op uw apparaat worden USB-geheugenapparaten met
FAT16/FAT32 en sectoren van 512 bytes ondersteund.
Controleer het bestandssysteem van het USB-geheugenapparaat van uw leverancier.
Steek een USB-memorystick in het USB-geheugenslot aan de voorkant van de printer.
Gebruik enkel een
metalen/afgeschermde
- 51
-