System Log
U kunt logboeken van gebeurtenissen die in het apparaat zij gebeurd bijhouden. De
beheerder kan de gebruiksinformatie van het apparaat met behulp van
systeemlogbestanden registreren en beheren. De systeemlogbestanden worden op de
harde schijf (HHD) van het apparaat opgeslagen. Wanneer de harde schijf vol is, worden de
oude gegevens gewist. Gebruik de exportfunctie om belangrijke auditgegevens te
exporteren en op te slaan.
Configuratie van logboek
U kunt het bijhouden van logbestanden in- of uitschakelen. U kunt ook een back-up maken
van logboekbestanden per periode en ze naar een opslagserver verzenden.
•
Log Configuration
Takenlogboek : schakel deze optie in om logbestanden bij te houden.
–
–
Logboek van bewerkingen : selecteer om bewerkingslogbestanden bij te houden,
zoals bijvoorbeeld het herstarten van het systeem.
Beveiligingslogboek : schakel deze optie in om het
–
beveiligingsgebeurtenislogboek (gebruikersverificatie, loggegevens
bekijken/verwijderen) bij te houden.
•
Reservekopie van logboek
–
Reservekopie van logboek : selecteer om een back-up te maken van de
logboekbestanden.
–
Schema : selecteer om periodiek een back-up te maken.
–
Tijd : selecteer de tijdsperiode voor back-up.
–
Protocol : selecteer de server om de back-upbestanden op te slaan.
Serveradres : voer het serveradres in.
–
–
Serverpoort : voer het poortnummer in.
–
Aanmeldingsnaam : Voer de aanmeldingsnaam in voor aanmelden op de server.
Als u niemand anders toegang wilt geven tot de server, selecteert u Anoniem.
–
Wachtwoord : voer het wachtwoord in.
–
Wachtwoord bevestigen : voer ter bevestiging het wachtwoord opnieuw in.
–
Domein : voer de domeinnaam in. Afhankelijk van het protocol dat u hebt
geselecteerd, is dit veld mogelijk niet beschikbaar.
–
Pad : voer het pad in voor het opslaan van het logboekbestand.
–
Handmatige back-up : maak onmiddellijk een back-up met de huidige
instellingen. Als u handmatig een back-up maakt, worden de instellingen niet
opgeslagen.
- 137
-