Houd transparanten vast aan de randen en raak de te bedrukken zijde niet aan.
Vingerafdrukken kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
3
Laad het afdrukmateriaal met de te bedrukken kant naar boven.
Houd bij het plaatsen van het papier de volgende methode aan, afhankelijk van de
papiersoort:
•
Enveloppen: plaats deze met de klepzijde naar beneden en de zegelhoek
linksboven.
•
Transparante: plaats deze met de te bedrukken zijde naar boven en de bovenrand
met het kleefstrookje in richting van de printer.
•
Etiketten: plaats deze met de te bedrukken zijde naar boven en de korte
bovenrand in richting van de printer.
•
Voorbedrukt papier: plaats het met de designkant naar boven, met de bovenrand
in richting van de printer.
•
Kartonpapier: plaats deze met de te bedrukken zijde naar boven en met de korte
rand in richting van de printer.
•
Voorbedrukt papier: plaats dit met de bedrukte zijde naar onder. De rand die naar
de printer gericht is, mag niet gekruld zijn.
- 160
-