OPMERKING
▪ Wanneer
de
aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moeten
ook
alle
gewenste
aangepast worden, zodat ze binnen de grenswaarden
blijven.
▪ Zorg steeds voor een evenwicht tussen de gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur en/of de capaciteit (in functie van de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers). De
gewenste aanvoerwatertemperatuur is het resultaat
van verschillende instellingen (voorgeprogrammeerde
waarden,
omschakelwaarden,
curven, aanpassing). Bijgevolg kunnen te hoge of te
lage aanvoerwatertemperaturen overtemperaturen of
gebrek aan capaciteit veroorzaken. Door het bereik van
de
aanvoerwatertemperaturen
geschikte waarden (afhankelijk van de warmteafgever)
kunnen dergelijke situaties vermeden worden.
Voorbeeld: Stel de minimumaanvoerwatertemperatuur in op 28°C
om te vermijden dat de kamer NIET opgewarmd kan worden:
aanvoerwatertemperaturen MOETEN voldoende hoger zijn dan de
kamertemperaturen (in verwarming).
#
Code
Gebied van de aanvoerwatertemperaturen van de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone
[A.3.1.1.2.2] [9-00]
Maximumtemp (verwarm)
37°C~55°C (standaard: 55°C)
[A.3.1.1.2.1] [9-01]
Minimumtemp (verwarm)
15°C~37°C (standaard: 25°C)
[A.3.1.1.2.4] [9-02]
Maximumtemp (koelen)
18°C~22°C (standaard: 22°C)
[A.3.1.1.2.3] [9-03]
Minimumtemp (koelen)
5°C~18°C (standaard: 5°C)
OPMERKING
Indien het systeem GEEN back-upverwarming bevat, stel
dan [9-01] (Minimumtemp (verwarm)) niet lager in dan
25°C.
Bevriespreventie waterleidingen
#
Code
Nvt
[4-04]
▪ 0 (met tussenpozen werkende pomp):
Bescherming ingeschakeld.
▪ 1
Bescherming ingeschakeld.
▪ 2 (geen bescherming): Bescherming
uitgeschakeld.
OPMERKING
Indien
de
omgevingstemperaturen
kunnen worden, schakel deze functie dan NIET uit.
EWAQ+EWYQ006+008BAVP + EK(2)CB07CAV3 +
EKMBUHCA3V3+9W1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
warmtepompen
4P492755-1C – 2018.06
bereiken
voor
de
aanvoerwatertemperaturen
met
de
gewenste
weersafhankelijke
te
beperken
tot
Beschrijving
Beschrijving
(constant
werkende
pomp):
mogelijk
negatief
5 Configuratie
Installatiehandleiding
17