5.1 Algemene vereisten voor plaatsing
Bij het kiezen van een plaats voor de unit dient u een aantal
factoren in overweging te nemen.
Montage van de antenne en EME-
blootstelling
Zorg ervoor dat de antenne op de marifoon is aangesloten
voordat u begint met zenden.
Raymarine verklaart een radius voor Maximaal Toelaatbare
Blootstelling (Maximum Permissible Exposure, MPE) van 1,5
meter (4,9 ft) (volgens OET Bulletin 65) voor dit systeem,
uitgaande van een uitvoer van 25 watt naar een omnidirectionele
antenne met een versterking van 3dBi of minder.
Voor vaartuigen met de daarvoor geschikte constructie moet de
antennebasis ten minste 3,5 meter (11,5 ft) boven het hoofddek
zijn geplaatst om te voldoen aan de MPE voor personen tot
een lengte van 2 meter (6,6 ft). Voor vaartuigen zonder een
dergelijke constructie moet de antenne zo worden gemonteerd,
dat de verticale afstand tussen de basis ervan en de hoofden
van alle personen ten minste 1,5 meter (4,9 ft) is.
De antenne moet worden geïsoleerd ten opzichte van de
metalen constructie van het schip met behulp van een
geïsoleerde (bijv. plastic) montagebeugel.
Veilige afstand tot kompas
Om mogelijke interferentie met de magnetische kompassen
van het schip te voorkomen dient u te zorgen voor voldoende
afstand tot het product.
Bij het kiezen van een geschikte plaats voor het product dient u
te proberen een minimale afstand aan te houden van 1 m (3,28
ft) tussen de componenten van de marifoon (bijv. zendontvanger,
handset of luidspreker) en eventuele kompassen.
Ventilatievereisten
Om te zorgen voor voldoende ventilatie:
• Zorg ervoor dat het apparaat in een compartiment van de
juiste omvang is gemonteerd.
• Zorg ervoor dat de ventilatiegaten niet zijn geblokkeerd.
• Zorg voor voldoende afstand tussen de apparaten.
Vereisten voor het montage-oppervlak
Zorg ervoor dat de units voldoende steun hebben op een stevig
oppervlak. De unit mag NIET worden gemonteerd en er mogen
geen gaten worden geboord op plaatsen die de constructie van
het schip kunnen beschadigen.
Vereisten voor het leggen van kabels
Zorg ervoor dat de unit is gemonteerd op een plaats waar kabels
correct kunnen worden gelegd en aangesloten:
• Minimale kabelbochtradius van 100 mm (3,94 in) is vereist,
tenzij anders aangegeven.
• Gebruik kabelsteunen om spanning op de aansluitingen te
voorkomen.
Binnendringen van water
Basisstation
Hoewel het basisstation waterbestendig is conform de
IPX6-norm wordt aanbevolen het basisstation benedendeks te
monteren, op een plaats waar het niet langdurig en direct wordt
blootgesteld aan regen en opspattend zout water.
Handset en luidsprekers
De handsets, passieve luidsprekers en actieve luidsprekers
zijn waterbestendig conform IPX7 en kunnen bovendeks en
benedendeks worden gemonteerd. Hoewel de unit waterdicht
is, kunt u hem beter op een beschermde plaats monteren,
zodat het niet langdurig wordt blootgesteld aan directe regen en
opspattend zout water.
26
Elektrische interferentie
Kies een plaats die zich op voldoende afstand bevindt van
apparaten die interferentie kunnen veroorzaken, zoals motoren,
generatoren en radiozenders/-ontvangers.
Voeding
Kies een plaats zo dicht mogelijk in de buurt van de
DC-stroomvoorziening van het schip. Dit helpt de kabellengten
tot een minimum te beperken.
Ray260