3
Maaidek horizontaal stellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
De maaimessen moeten in dwarsrichting horizontaal
staan. Controleer de horizontale stand van het maaidek
telkens wanneer u het maaidek monteert of wanneer het
maairesultaat onregelmatig is. Voordat u het maaidek
horizontaal stelt, moet u de luchtdruk in de voor- en
achterbanden instellen, raadpleeg de Gebruikershandleiding
van de tractor voor de juiste bandendruk.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
2. Zet de maaihoogtehendel in inkeping 'C'.
3. Draai de messen voorzichtig evenwijdig en meet de
afstand tussen de buitenste snijranden en de vlakke
ondergrond (Figuur 12).
Figuur 12
1. Maaimessen evenwijdig
2. Buitenste snijranden
Opmerking: Als beide afstanden groter zijn dan
5 mm, moeten deze worden bijgesteld; zie stap 4
en 5.
4. Verwijder de pen en de ring uit de stelbeugel
(Figuur 13).
3. Hier meten
1. R-pen en ring
2. Stelbeugel
5. Om een maaimes (maaimessen) horizontaal te
stellen, moet u de stelbeugel in een andere opening
plaatsen en de ring en de pen monteren. (Figuur 13).
Opmerking: Met een opening aan de voorkant
zet u het mes lager en met een opening aan de
achterkant zet u het mes hoger.
6. Indien nodig moet u beide kanten afstellen.
7. Controleer nogmaals de
schuinstand van het maaidek, zie
4 Schuinstand van het maaidek (lengterichting) instellen (bladz
4
Schuinstand van het maaidek
(lengterichting) instellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Controleer de schuinstand van het maaidek telkens
wanneer u dit monteert. Voordat u het maaidek
controleert, moet u ervoor zorgen dat de voor- en
achterbanden de correcte spanning hebben, raadpleeg
de Gebruikershandleiding van de tractor voor de juiste
bandendruk.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit.
3. Stel de parkeerrem in werking.
4. Draai het contactsleuteltje op Uit (om de motor af te
zetten) en verwijder het sleuteltje.
5. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
8
Figuur 13
3. Opening aan voorkant
4. Opening aan achterkant