Gebruikshandleiding MELAtherm
Opstelling en installatie
■
Laat de MELAtherm 10 alleen door personen
opstellen, installeren en in gebruik nemen die door
MELAG gemachtigd zijn.
LET OP!
®
De MELAtherm
10 is volgens de huidig geldende
VDE-voorschriften niet geschikt voor gebruik in
explosiegevaarlijke omgevingen.
®
De MELAtherm
10 is bestemd voor gebruik buiten de
patiëntenomgeving. De minimale afstand tot de
behandelplek moet minstens een straal van 1,5 meter
bedragen.
GEVAAR
De elektrische aansluiting en de aansluitingen voor
de watertoe- en afvoer mogen alleen door een
vakman worden verricht.
Het niet-naleven kan leiden tot kortsluiting en/of
brand en/of waterschade en/of een elektrische
schok. Ernstige verwondingen kunnen het gevolg
zijn.
Plaats: Installeer de MELAtherm 10 in een droge en
stofvrije omgeving. De luchtvochtigheid moet 30 - 60 %
en de omgevingstemperatuur 15 - 35°C bedragen.
Opstellingsvarianten:
Vrijstaand in de ruimte met gebruik van de optioneel
verkrijgbare RVS afdekplaat.
Naast reeds aanwezige onderbouwkasten in uw
praktijk met gebruik van de optioneel verkrijgbare
RVS afdekplaat.
De benodigde ruimte bedraagt dan minstens 60 cm
in de breedte en 60 cm in de diepte.
Als onderbouwapparaat in een daarvoor bestemde
uitsparing met een reeds bestaand doorlopend
werkblad.
Vrijstaand in de ruimte met extra onderkast en RVS
afdekplaat (optioneel).
Benodigde ruimte: Het onderbouwapparaat past in een
normale 60 cm uitsparing naast onderbouwkasten
(hoogte ≥ 83 cm) in uw praktijk en wordt onder een al
bestaand doorlopend werkblad geplaatst. De RVS
afdekplaat is hier niet nodig.
Meer informatie over de opstelling en installatie van het
apparaat alsmede de eerste inbedrijfstelling vindt u in
het technische handboek.
®
10
Regenereerzout bijvullen
LET OP
Gebruik alleen speciaal grof regenereerzout (NaCl)
voor vaatwassers. Het gebruik van pellets wordt niet
aangeraden,omdat het zout te langzaam oplost.
Gebruik nooit tafelzout, keukenzout, vee- of
strooizout. Deze zouten bevatten meestal
onoplosbare ingrediënten.
Vul nooit reinigingsmiddelen of andere procesmedia
in het zoutreservoir!
Niet-naleving kan leiden tot storingen in de
werking van het wateronthardingssysteem.
1.
Open de deur en verwijder de eventueel al
gereinigde en gedesinfecteerde lading.
2.
Draai de dop van het zoutreservoir en zet de
trechter op de opening.
3.
Vul voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
eenmalig 1/2 liter water in het zoutreservoir, zodat
het zout daarin kan oplossen.
4.
Vul het reservoir tot aan de rand met het
regenereerzout. In het reservoir past ca. 1,2 kg
zout. Als er niet genoeg zout in het reservoir zit, kan
het apparaat niet in gebruik worden genomen.
5.
Verwijder zoutresten en overgelopen zoutwater aan
de rand van de vulopening.
6.
Draai de dop weer stevig vast.
7