Waarschuwings- en controlelampjes
Op het instrumentenpaneel bevinden zich diverse
waarschuwings- en controlelampen. De controle-
lampen tonen welke modus is geactiveerd; versnel-
ling, zweefstand en koplampen.
De waarschuwingslampen gaan branden wanneer
de machine niet correct werkt of wanneer de veilig-
heid van de machinist of de machine in gevaar komt.
De waarschuwings- en controlelampen worden
hieronder beschreven.
Stuurbekrachtiging uitgevallen, rood
– Stop de machine onmiddellijk.
Scharnieras geblokkeerd, geel
Parkeerrem aan, rood
Remdruk laag, rood knipperend
Richtingaanwijzers, groen
Grootlicht, blauw
Parkeerlichten, groen
Machine in stand voor rijden op
openbare weg, groen
Hoge rijsnelheid, groen
Lage rijsnelheid, groen
Instrumenten en bedieningsorganen
Instrumentenpaneel
Trage rijsnelheid, groen
Oliedruk, dieselmotor, rood
– Zet de motor onmiddellijk af.
Luchtfilter verstopt, geel
Oliefilter verstopt, geel
Koelvloeistoftemperatuur te hoog,
rood
Bevestiging uitrusting open, rood
Overbelasting, rood
Zweefstand, groen
Dynamo laadt niet, rood
39