3.3. Aansluiten condensafvoer
ä
Let op!
Als de ventilatie-unit buiten de thermische schil van de woning
is geplaatst (bijvoorbeeld op een ongeïsoleerde zolder), moet de
condensafvoer tot aan de ventilatie-unit thermisch worden
geïsoleerd.
In de winter kan de afvoerlucht uit de woning in de
warmtewisselaar condenseren. In het EPP-huis is hiervoor een
lekbak met twee condensafvoeraansluitingen geïntegreerd. Bij
plafond- of wandmontage moet de onderste condensafvoer worden
aangesloten. Bij wandmontage is er een keuze tussen beide
condensafvoeren en moet minimaal één van de twee
condensafvoeren worden aangesloten.
ä
Let op!
Zorg ervoor dat de condensslang van boven naar beneden naar
de afvoer wordt gemonteerd.
ä
Let op!
De condensslang mag geen scherpe bochten vertonen!
a) Open de condensafvoer door de lip los te trekken.
b) Monteer de meegeleverde condensslang over de
condensafvoertuit.
c) Voer de condensslang naar een sifon waarmee ten minste 50
mm waterslot kan worden gecreëerd. Zorg dat de slang diep
genoeg in de sifon steekt (minimaal 30 mm onder water).
30 mm
d) Vul de sifon om een waterslot te krijgen.
> 50 mm
21