8
ONDERHOUD
8.1
ALGEMEEN
Bij correct gebruik is de UPS vrijwel onderhoudsvrij; zorg er wel voor dat de ventilatie-openingen stofvrij worden gehouden.
8.2
VENTILATOREN
De normale levensduur van de ventilatoren is ca. 20.000 tot 40.000 uur, bij continubedrijf. De levensduur is korter naarmate de
omgevingstemperatuur hoger is.
8.3
BATTERIJEN
De levensduur van de batterijen is 3 tot 6 jaar, afhankelijk van de bedrijfstemperatuur en het aantal ontladingen.
Omdat goede batterijen essentieel zijn voor het functioneren van het UPS-systeem, wordt regelmatig een automatische batterijtest
uitgevoerd (zie 5.4.1). Wanneer de batterij bijna leeg zijn, wordt een alarm gegeven (zoemer 1x per 8 seconden plus alarmmelding
'Replace battery' (batterij vervangen), zie 5.3.2). De batterijen moeten dan zo spoedig mogelijk worden vervangen. Neem hiervoor
contact op met uw leverancier.
OPMERKING: onder bepaalde omstandigheden kan een handmatig gestarte batterijtest resulteren in een vals alarm: zie 5.4.2 'Snelle
batterijtest'.
Het verdient aanbeveling regelmatig een diepe batterijtest uit te voeren, om het systeem op de hoogte te houden van de
verminderende capaciteit van verouderende batterijen. Zie 5.4.3 voor meer informatie.
OPMERKING:
uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel.
Uitsluitend voor geautoriseerd servicepersoneel:
Veroorzaak nooit kortsluiting in de batterijen, hierdoor kan brand ontstaan. Laad de batterijen nooit op in luchtdichte behuizingen. Bied
de batterijen volgens de geldende normen aan ter recycling. Werp batterijen nooit in het vuur i.v.m. explosiegevaar. Open nooit een batterij,
de inhoud (elektrolyt) is zeer giftig. Bij blootstelling aan elektrolyt moet onmiddellijk worden gewassen met ruim water; bij contact met de
ogen spoelen met water en een arts raadplegen.
8.4
VEILIGHEID
WAARSCHUWING:
lichtnet en zijn er hoge spanningen aanwezig op alle interne onderdelen, inclusief de batterij. Zelfs nadat de unit is
losgekoppeld van het lichtnet, kunnen gevaarlijke spanningen aanwezig zijn op alle onderdelen in de UPS, met inbegrip
van de batterijen, maar met uitzondering van de RS232-uitgang.
Voor uw eigen veiligheid mag de kast uitsluitend door bevoegd servicepersoneel worden geopend.
8.5
OPSLAG
De UPS dient in een droge omgeving te worden opgeslagen met volledige opgeladen batterijen; de opslagtemperatuur moet tussen -
20 en +45C liggen. De levensduur van de batterijen kan verminderen indien de UPS langer dan 3 maanden opgeslagen wordt. Om de
normale levensduur te behouden, moeten de batterijen periodiek worden opgeladen:
-
bij een opslagtemperatuur tussen -20 en +30°C: driemaandelijks, gedurende 24 uur,
-
bij een opslagtemperatuur tussen -20 en +45°C: maandelijks, gedurende 24 uur.
8.6
UITBEDRIJFNAME EN VERWIJDERING
OPMERKING
componenten die het milieu zo min mogelijk belasten.
Het
UPS-systeem
chloorfluorkoolwaterstoffen).
Het verdient aanbeveling het UPS-systeem conform de lokaal geldende regels en voorschriften te verwerken voor
recycling of verwijdering.
WAARSCHUWING:
moet worden verwijderd en verwerkt door een gespecialiseerd bedrijf.
wijzigingen voorbehouden
Alle onderhouds- en servicewerkzaamheden, met inbegrip van batterijvervanging, dienen te worden
Wanneer de UPS in bedrijf is, zijn alle elektronicacomponenten rechtstreeks verbonden met het
Dit product is zo milieuvriendelijk mogelijk ontworpen, waarbij gebruik is gemaakt van materialen en
bevat
geen
CFK's
De batterijen bevatten lood. Dit is een schadelijke stof voor het milieu die daarom op de juiste manier
(chloorfluorkoolwaterstoffen)
Gebruikershandeiding LP31T 5 - 6 – 8 - 10 kVA UPS 5.0 (NL)
32
of
HCFK's
(onvolledig
gehalogeneerde