4.5.1 LP 5/6-31T: Standaard installatieprocedure
Wanneer u een batterij-uitbreidingsunit wilt installeren, gaat u verder met paragraaf 4.5.2.
Indien u 2, 3 of 4 parallel geschakelde units wilt installeren, gaat u verder met paragraaf 4.5.5.
De getallen tussen (haakjes) verwijzen naar figuur 12 (UPS) en 12a (3-1 fasen converter) in paragraaf 5.1.
1
2
3
4
5
6
7
8
zie 6.3-4
9
10
Fig. 6. LP5/6-31T:
Standaard installatieprocedure
wijzigingen voorbehouden
BATTERIJ NIET
AANGESLOTEN
stand-alone
en RPA-kaart
geïnstalleerd:
zie 4.5.5 / 7.3
1.
Zorg ervoor dat alle stroomonderbrekers (7-8-9 op de
UPS, en 8 op de 3-1 fasen converter) in de positie 'off' (uit)
staan (naar beneden).
2.
Op de UPS: draai de 3 schroeven los en verwijder het
metalen deksel (11) dat de I/O-klemmen (ingang en
uitgang) afdekt.
Op de 3-1 fasen converter: draai de 6 schroeven los en
verwijder de metalen plaat (11).
3.
Ingangsaansluiting op 3-1 fasen converter (11b). Til het
afdekplaatje op waarin de MCB is bevestigd, en sluit de
netvoedingsdraden L1, L2, L3 en N aan op de MCB. Wees
er zeker van dat de fase-volgorde correct is. Sluit de
aarde-draad aan op de klem naast de MCB. Aarding is
essentieel!
4.
Uitgangsaansluiting op de UPS (11a). Voer de uit-
gangskabel door de rechter wartel van het metalen
deksel, en sluit de draden aan op de aansluit-klemmen 4
(Fase) en 5 (Nul) en sluit de aarddraad aan op
aansluitklem 6. Aarding is essentieel!
5.
Gebruik de bijgeleverde klemmen om de draden aan de
achterzijde van de 3-1 fasen converter te bevestigen.
Plaats de klemmen in de sleuven (16).
6.
Plaats de metalen afdekplaatjes terug (11). Zet de
uitgangskabel vast in de wartel. Plaats de batterij-
zekering in de zekeringhouder (17) en sluit deze.
7.
Er kan een noodstopschakelaar worden aangesloten op
connector J3 op de RS232/Contact Interfacekaart, tussen
de pennen 3 en 4. Zie paragraaf 6.2 voor meer informatie.
8.
Voor geavanceerde communicatiemogelijkheden kan de
RS232/Contactinterfacepoort (12a) worden aangesloten
op een computersysteem. Zie paragraaf 6.1 voor meer
informatie. *
9.
Het middelste 'optieslot' (13) maakt eenvoudige installatie
van insteekkaarten mogelijk: SNMP-kaart of relaiskaart.
Zie paragraaf 6.3 en 6.4 voor meer informatie. *
10. Het rechter 'optieslot' (14) maakt eenvoudige installatie
van
de
RPA-kaart
Architecture). Indien de kaart reeds geïnstalleerd is en de
UPS gaat als stand-alone unit worden gebruikt, moet een
(meegeleverde) bus terminator worden geplaatst in een
van de twee bus connectoren op de kaart. Indien de unit
in een parallel systeem wordt gebruikt, zie dan paragraaf
4.5.5 en 7.3 voor meer informatie. *
*
De datakabels kunnen aan de UPS-kast worden
vastgezet d.m.v. de meegeleverde kabelbinders; steek de
binders in de gaatjes (18) onder de 'optieslots'.
11. Sluit de UPS aan op het lichtnet.
12. Indien u de unit nu wilt starten gaat u verder met
paragraaf 5.2.
Gebruikershandeiding LP31T 5 - 6 – 8 - 10 kVA UPS 5.0 (NL)
10
mogelijk
(Redundant
Parallel