9.6 Het stoppen van de motor
9.6.1 Benzinemotor
• Voor het stoppen van de motor schuift men de gashendel - of draait men de knop- in de "OFF"-
stand.
• Draai, indien aanwezig, de benzinekraan dicht.
9.7 Na het beëindigen van het werk
9.7.1 Reinigen van de machine
• Het niet reinigen van de machine leidt tot een versnelde slijtage. Een niet meer optimaal func-
tionerende machine kan de veiligheid van de gebruiker in gevaar brengen.
Nadelen van het niet reinigen:
1.
versnelde slijtage van lagers
2. versnelde slijtage van afdichtingen
3. verminderde afkoeling
4. brandgevaar
5. niet kunnen opmerken van breuken of scheuren
6. aantasting van de verflaag
7. onleesbaar maken van stickers
• Na elke werkbeurt trekt men dus best steeds wat tijd uit voor het reinigen van de machine.
Het reinigen van de machine kan eveneens beschouwd worden als een visuele controle. Zo kan
men eventueel scheuren, breuken of een gebrek aan smeerstof, tijdig vaststellen.
De punten waar vooral aandacht moet aan geschonken worden, zijn:
• De motor moet vrij blijven van stof en vuil. Zeker de koelvinnen moeten zuiver zijn en de
omgeving van de uitlaat moet ook vrij zijn. Om geen vuil in de benzinetank te krijgen, wordt de
omgeving van de vuldop steeds rein gehouden.
• De lagerbussen moeten ontdaan worden van zand en vuil dat in smeerstof bleef vastklitten.
Breng na het wegvegen, opnieuw smeerstof aan. (zie de lijst van smeerstoffen in § 11.3, pag. 33)
• Met een droge stofdoek verwijdert men het vuil van het chassis en in het bijzonder
op de plaatsen waar stickers met veiligheidsboodschappen staan.
28