11.2
Berekening van de strooitrajecten
Het strooitraject kan als volgt worden bepaald:
Voorbeeld:
Bakvulling 300 kg (300.000 g)
Strooidichtheid 30 g/m
2
Strooitraject bij 1 m strooibreedte:
Strooitraject bij 4 m strooibreedte:
E+S BAG0163.7 01.23
•
Om vermalen van het strooigoed en de daaruit voortkomende
verhoogde slijtage aan het roermechanisme en de zwevende
geleidebus in de trechterbodem te voorkomen, de stand van de
uitloopopening tenminste zo groot kiezen dat het strooigoed
ongehinderd kan uittreden.
→
Zeer belangrijk bij het strooien van split!
•
Strooigoed dat gedurende de nacht in de strooier is
vastgevroren kan bij het inschakelen van de aandrijving van de
strooischotel het roermechanisme beschadigen.
Het maximaal mogelijke traject dat kan worden gestrooid met een
bakvulling is afhankelijk van:
de hoeveelheid meegevoerd strooimateriaal;
•
de strooidichtheid (g/m
•
de werkbreedte (m).
•
300.000 / 30 = 10.000 m
Werken met de machine
);
2
Trechterinhoud
Strooidichtheid
(voor 1 m werkbreedte)
2
= 10 km strooitraject
10 km / 4 = 2,5 km strooitraject
= strooitraject
93