9.5
Naar fabrieksinstelling terugzetten (reset)
1.
en
2.
EasySet uitschakelen.
EasySet naar fabrieksinstelling teruggezet.
→
Na de reset moet EasySet worden
gekalibreerd.
9.6
Aansluiting
(1) Aansluitkabel 12 V
(2) Aansluitkabel voor het snelheidssignaal
Voor de rijsnelheidsafhankelijke regeling
van de afgifte (modus 4, 5) moet de
aansluitkabel voor het snelheidssignaal
(imp/100 m) op de signaalcontactdoos of op
een wielsensor worden aangesloten.
(3) Uitrusting voor montage van de EasySet in
de tractorcabine
(4) Machinestekker voor aansluiting van de
machine op de EasySet.
Bewaar de bedieningscomputer in een
droge omgeving als u deze uit de
tractorcabine verwijdert.
9.7
Storingsmeldingen
Foutmeldingen worden met een E (Error)
gemarkeerd.
E06 – Servomotor schuif reageert niet
•
E11 – Gewenste waarde kan niet worden
•
aangehouden → Rijsnelheid verminderen.
•
E32 – Servomotor strooibreedtebegrenzing
reageert niet
E39 – Sensor schuif uitgevallen
•
E41 – Sensor strooibreedtebegrenzing
•
uitgevallen
Na het opnieuw inschakelen van de
EasySet bij uitgevallen sensor
strooibreedtebegrenzing wordt de
elektrische instelling van de
strooibreedtebegrenzing afgemeld.
E+S BAG0163.7 01.23
gelijktijdig indrukken.
Bedieningscomputer EasySet
87