5 Installatie
Afb.43
Blokkerende ingang
BL
Afb.44
Vrijgave-ingang
RL
Afb.45
Aansluiten buitensensor
Tout
36
De ketel is voorzien van een blokkerende ingang. Op de klemmen BL van
de connector kan een potentiaalvrij contact worden aangesloten. Als dit
contact geopend wordt, dan gaat de ketel in blokkering.
Wijzig de functie van de ingang met parameter AP001. Deze parameter
heeft de volgende 3 instelmogelijkheden:
Volledige blokkering: geen vorstbeveiliging met buitensensor en geen
vorstbeveiliging van de ketel (pomp gaat niet aan en brander gaat niet
aan)
Gedeeltelijke blokkering: wel vorstbeveiliging van de ketel (pomp gaat
AD-3000972-02
aan als de warmtewisselaartemperatuur < 6 °C en brander gaat aan als
de warmtewisselaartemperatuur < 3 °C)
Vergrendeling: geen vorstbeveiliging met buitensensor en gedeeltelijke
vorstbeveiliging van de ketel (pomp gaat aan als de
warmtewisselaartemperatuur < 6 °C, de brander gaat niet aan als de
warmtewisselaartemperatuur < 3 °C).
Vrijgave-ingang
Opgelet
Alleen geschikt voor potentiaalvrije contacten (droog contact).
De ketel is voorzien van een vrijgave ingang. Op de klemmen RL van de
connector kan een potentiaalvrij contact worden aangesloten.
Als het contact wordt gesloten tijdens een warmtevraag, dan wordt de
ketel onmiddellijk geblokkeerd.
Als het contact wordt gesloten terwijl er geen warmtevraag is, dan wordt
de ketel na een wachttijd geblokkeerd.
Wijzig de wachttijd van de ingang met parameter AP008.
AD-3001303-02
Aansluiten buitensensor
Op de klemmen Tout van de aansluitconnector kan een buitensensor
worden aangesloten. De ketel zal bij een aan/uit thermostaat de
temperatuur regelen met het setpunt van de interne stooklijn. Een
OpenTherm regelaar kan ook gebruik maken van deze buitensensor. De
gewenste stooklijn moet dan op de regelaar worden ingesteld.
Belangrijk
Bij ketels met een SCB-10-besturingsprint moet de buitensensor
worden aangesloten op de SCB-10-besturingsprint.
Stel parameter AP056 in op het geïnstalleerde sensortype.
1. Sluit de stekker van de buitensensor aan op de aansluiting Tout.
Tab.40
Instellingen van de stooklijn
Voetpunt stooklijn
(dagbedrijf) (°C)
parameter CP210
15
15
AD-3000973-02
15
15
15
15
(1) Voorbeeld.
(2) Aanvoertemperatuur wordt afgekapt op Ta (max) = parameter CP010 (=
90°C).
Helling stooklijn
Ta (°C)
parameter CP230
waar Tout = –10°C
0,5
30
1,0
45
1,5
60
2,0
75
(1)
2,5
90
3,0
105
7684353 - v.08 - 23062021
(2)