Elektrische aansluiting
6.2.2.
Kabels aansluiten
Tabel 13: Confectionering van de kabels
Klemmenaanduiding
Vermogenscontacten
(U1, V1, W1, U2, V2, W2)
Aardebus (aansluiting) (PE)
Stuursignaalcontacten
(1 tot 36, 37 tot 50)
Aansluitpunten voor aardedraad in
het tussenstuk (door klant/contractor
te verzorgen)
1)
Striplengte conform de gegevens van de fabrikant voor de adereindhuls resp. ringtong
2)
Flexibele kabels bij schroefklemmen met adereindhuls
3)
Bij twee aders per klem alleen met dubbele adereindhuls
4)
Flexibele kabels bij veerkrachtklemmen ook zonder adereindhuls toegestaan. Striplengte: 10 mm
Hoe te werk te gaan
30
Soort
Aders per
Dwarsdoorsneden
klem
aansluitkabels
massief
1
0,25 – 10,0 mm
flexibel
1
tot 2,5 mm
tot 4 mm
tot 10 mm
3)
flexibel
2
0,25 – 6 mm
massief
1
0,25 – 2,5 mm
flexibel
1
tot 1,0 mm
tot 1,5 mm
tot 2,5 mm
3)
flexibel
2
0,25 – 0,75 mm
massief
2
1,5 mm
flexibel
2
1,5 mm
1.
Verwijder over een lengte van 250 – 300 mm de mantel van de kabels.
2.
De aan te sluiten kabels door de kabelwartels invoeren.
3.
Kabelwartels met het voorgeschreven draaimoment vastdraaien, zodat de
desbetreffende beschermingsgraad is gewaarborgd.
Informatie: bij afgeschermde kabels: het einde van de kabelafscherming via
de kabelwartel met de behuizing verbinden (aarden).
4.
Aders afstrippen. Striplengte, zie
1)
Striplengte
Zonder
Met adereindhuls
adereind-
conform DIN 46228
huls
Lengte adereindhuls
Geïsoleerd (niet
geïsoleerd)
2
12 mm
Niet toegestaan
2
Niet toe-
8 (8) mm
2
gestaan
10 (10) mm
2
12 (12) mm
2
Niet toe-
12 (12) mm
gestaan
2
10 mm
Niet toegestaan
2
10 mm
10 (6) mm
2
10 (7) mm
2
10 (10) mm
2
Niet toe-
10 (10) mm
gestaan
2
2
– 10 mm
10 mm
Niet toegestaan
2
2
– 10 mm
Niet toe-
10 (10) mm
gestaan
als alternatief met
ringtong M6
pagina30,Tabel 13
TR-M30X – TR-M1000X
TR-MR30X – TR-MR1000X
Soort aansluiting en
(aandraaimoment)
2)
Schroefklemmen
(M = 1,2 – 1,5 Nm)
Veerkrachtklemmen
Klembeugel
(M = 3 - 4 Nm)
1)
4)